Over taal 3 en 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Over taal 3 en 4

In deze LessonUp oefen je de woorden van Over taal blok 3 en 4.

Wat is de betekenis van:
de illusie?

1. de droom
2. het waanbeeld
3. de werkelijkheid
4. de realiteit

Maak een zin met illusie.

Wat is de betekenis van:
prepareren?

1. voorbereiden
2. repareren
3. reparatie
4. de voorbereiding

Maak een zin met prepareren.

Wat is de betekenis van:
humaan

1. de mens
2. de mensheid
3. menselijk
4. onmenselijk

Maak een zin met humaan.

Wat is de betekenis van:
empathie?

1. inleven
2. inlevendheid
3. gevoeligheid
4. inlevingsvermogen

Maak een zin met empathie.

Wat is de betekenis van:
fungeren?

1. een bepaalde rol of taak vervullen
2. in je rol blijven
3. doen alsof
4. maken/repareren

Maak een zin met fungeren.

Wat is de betekenis van:
repetitief?

1. oefening
2. repetitie
3. herhalen
4. herhalend

Maak een zin met repetitief.

Welke zin geeft het best de betekenis weer van het dikgedrukte woord?

1. Een virtuele bril koop je bij de opticien.
2. Met een virtuele bril kun je je begeven in een andere wereld of dimensie.
3. De virtuele wereld lis geschiedenis.
4. Virtueel de wedstrijd volgen is een prioriteit.

Waar denk je aan bij simuleren?

Waar of niet waar?
In een betoog weerleg je met een tegenargument.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Iets wat voorrang heeft is een prioriteit

1. waar
2. niet waar

Maak een zin met 'lak hebben aan'.

Ik ken na het maken van deze LessonUp de woorden en hun betekenissen nu beter.

0100