Lijmwerk maken 1

Lijmwerk maken 1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MetselenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Lijmwerk maken 1

Slide 1 - Slide

Je werkt op de tweede verdieping van een woonhuis.
Waarom gebruik je hier een randbeveiliging?
A
Daarmee voorkom je dat je over de schoren struikelt.
B
Daarmee bescherm je de vloerrand van de verdiepingsvloer.
C
Daarmee voorkom je dat je naar beneden valt.
D
Daarmee voorkom je dat er bouwmaterialen naar beneden vallen.

Slide 2 - Quiz

Je controleert een levering van kalkzandsteen blokken.
Van een blok is een klein hoekje afgebroken.
Wat doe je?
A
Een extra blok bestellen.
B
Het blok weggooien in de puincontainer.
C
Het blok apart zetten voor retourzending.
D
Het blok gebruiken en het gat vullen.

Slide 3 - Quiz

Wat is het peil van een woning?
A
De hoogte van het maaiveld.
B
De hoogte van het grondwater.
C
De bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer.
D
De bovenkant van de afgewerkte fundering.

Slide 4 - Quiz

Een vloer loopt af en de kimvoeg wordt dikker dan 30 mm.
Wat doe je?
A
Je vult de kimvoeg op met wiggen.
B
Je maakt de kimvoeg dikker.
C
Je gebruikt hogere kimblokken.
D
Je vult de kimvoeg op met stalen strippen.

Slide 5 - Quiz

Loopt een dilatatie door in de kim?
A
Ja, want een dilatatie voorkomt krimpscheuren.
B
Nee, want een dilatatie in de kim laat teveel geluid door.
C
Nee, want door een dilatatie in de kim wordt de muur minder stabiel.
D
Ja, want een dilatatie voorkomt dat de kim over de rand van de ondervloer uitsteekt.

Slide 6 - Quiz

Wat is het nadeel van een inmetselkozijn?
A
Het kozijn kan tijdens de bouw beschadigen.
B
Het is lastig om metselwerk of lijmwerk goed aan te sluiten.
C
Je kunt niet vanuit het meterpeil werken.
D
Je hebt altijd last van lijmresten of specieresten.

Slide 7 - Quiz

Je plaats een lichte scheidingswand.
Hoe eindigt de bovenste laag?
A
Strak onder het plafond en vast gezet met ankers.
B
Met gezaagde passtukken.
C
Met een lintvoeg van 2 mm.
D
Altijd op een heel blok en 10 tot 20 mm onder het plafond.

Slide 8 - Quiz

Welke latei wordt voornamelijk gebruikt bij kalkzandsteen?
A
Een houten latei.
B
Een murforlatei.
C
Een staltonlatei.
D
Een betonnen latei.

Slide 9 - Quiz

Waarom onderstempel je tijdelijk een samenwerkende latei?
A
Om doorbuiging te voorkomen.
B
Om de hoogte aan te passen.
C
Om de latei bol te drukken.
D
Om door te kunnen werken.

Slide 10 - Quiz

Een veeranker lijm je in de lintvoeg tussen twee wanden.
Waar zit het verende gedeelte van het anker?
A
In de lintvoeg.
B
In de dilatatie tussen de twee wanden.
C
In de spouw.
D
In de stootvoeg.

Slide 11 - Quiz

Je onderstempelt een verdiepingsvloer tijdelijk.
Wat raadpleeg je daarbij?
A
Het Arboblad metselen.
B
Het stempelplan.
C
Het bestek.
D
De bouwkundige tekening.

Slide 12 - Quiz

Woningscheidende wanden dragen de vloeren en het dak van een woning.
Wat is de andere functie van woningscheidende wanden?
A
Wateroverlast voorkomen.
B
Optrekkend vocht vanuit de kruipruimte tegenhouden.
C
Geluid isoleren tussen de woningen.
D
Inbraak zoveel mogelijk tegengaan.

Slide 13 - Quiz

Bij niet dragende scheidingswanden komt er ...
A
Geen dilatatie.
B
Een dilatatie tot 8,5 á 9 meter.
C
Een dilatatie na 8,5 á 9 meter.
D
Een dilatatie tussen 7 en 8 meter.

Slide 14 - Quiz

Je lijmt kalkzandsteenblokken.
Waarmee lijm je de kopse kanten?
A
Met een lijmkam.
B
Met een spackmes.
C
Met een lijmbak.
D
Met een lijmschep.

Slide 15 - Quiz