De leerlingen kennen de kenmerken van plattegronden, overzichtskaarten en thematische kaarten.
Ze kunnen deze verschillende soorten kaarten lezen en interpreteren.
Slide 3 - Slide
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Topografie
Deze periode leer je het onderstaande:
De continenten en de oceanen
Slide 4 - Slide
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat een kaart is.
2. De leerlingen weten wat een plattegrond is.
3. De leerlingen hebben een keer een kaart gebruikt.
Slide 5 - Slide
Welke voorkennis is nodig voor het doel. Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Controle van begrip: Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een plattegrond?
Slide 15 - Open question
Gedetailleerde lokale weergave, toont straten, gebouwen en belangrijke lokale punten.
Controle van begrip: Wat is het verschil tussen een overzichtskaart en een thematische kaart?
Slide 16 - Open question
Een overzichtskaart toont algemene geografische informatie en grote gebieden, terwijl een thematische kaart specifieke gegevens weergeeft en patronen en trends binnen een bepaald thema inzichtelijk maakt.
Controle van begrip: Noem een situatie waarin het gebruik van een plattegrond handiger is dan een overzichtskaart.
Slide 17 - Open question
Bij het vinden van een specifieke locatie in een stad, zoals een gebouw of straat.
Controle van begrip: Hoe helpt een thematische kaart ons om inzicht te krijgen in bepaalde trends?
Slide 18 - Open question
Een thematische kaart laat specifieke gegevens zien die patronen of trends binnen een bepaald thema tonen, zoals veranderingen in het klimaat of bevolkingsgroei.
Zelf aan de slag
Een plattegrond geeft een __________ weergave van een lokaal gebied.
Overzichtskaarten tonen __________ geografische informatie en grote gebieden.
Thematische kaarten helpen om __________ en __________ binnen een specifiek thema te visualiseren.
Slide 19 - Slide
gedetailleerde
algemene
patronen, trends
Zelf aan de slag
Een plattegrond toont vaak straten, __________ en belangrijke __________ punten.
Een overzichtskaart is handig voor het verkrijgen van een __________ van een groot gebied, zoals een land of continent.
Op een thematische kaart kunnen gegevens zoals __________, bevolkingsdichtheid of economische activiteit worden weergegeven.
Slide 20 - Slide
gebouwen, lokale
overzicht
klimaat
Zelf aan de slag
Bij het gebruik van een plattegrond kun je gemakkelijk een specifieke __________ in een stad vinden.
Thematische kaarten worden vaak gebruikt om trends te tonen, zoals veranderingen in het __________ of de groei van de __________.
Een overzichtskaart focust op belangrijke __________ kenmerken, zoals rivieren, bergen, en __________.
Slide 21 - Slide
locatie
klimaat, bevolking
geografische, grenzen
Kleine afsluiting
Plattegrond
Overzichtskaart
Thematische kaart
Gedetailleerde weergave
Algemene geografische informatie
Slide 22 - Slide
Kleine lesafsluiting (5 min)
Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.
Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.
Controle van begrip vragen
Slide 23 - Slide
This item has no instructions
Zelf aan de slag
Maak zelf een plattegrond met daarop de route van huis naar school
Slide 24 - Slide
Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.
Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen
Grote afsluiting
De leerlingen kennen de kenmerken van plattegronden, overzichtskaarten en thematische kaarten.
Ze kunnen deze verschillende soorten kaarten lezen en interpreteren.
Slide 25 - Slide
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.
Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.
Er zijn verschillende soorten kaarten, elk met hun eigen kenmerken.
Geef de drie belangrijkste kenmerken van een plattegrond.
Slide 28 - Slide
Gedetailleerde lokale weergave, toont straten, gebouwen en belangrijke lokale punten.
Vraag 2
(T1) 2 punten
Kaarten worden gebruikt om verschillende soorten informatie weer te geven, afhankelijk van het doel van de kaart. Leg uit wat een overzichtskaart is en waar deze voor wordt gebruikt.
Slide 29 - Slide
Een overzichtskaart geeft algemene geografische informatie en toont grote gebieden, zoals landen of continenten. Het wordt gebruikt om een overzicht van een groot gebied te krijgen.
Vraag 3
(T2) 2 punten
Thematische kaarten zijn belangrijk voor het begrijpen van specifieke patronen en trends. Beschrijf hoe een thematische kaart gebruikt kan worden om de bevolkingsgroei in een gebied te analyseren.
Slide 30 - Slide
Een thematische kaart kan worden gebruikt om bevolkingsgroei te analyseren door de dichtheid van de bevolking in verschillende gebieden weer te geven. Dit kan helpen om trends in groei en spreiding van de bevolking te identificeren.
Vraag 4
(T1) 3 punten
Verschillende soorten kaarten worden gebruikt voor verschillende doeleinden. Een __________ geeft een gedetailleerde weergave van een klein gebied, terwijl een __________ grote gebieden toont met algemene informatie. Een __________ kaart toont specifieke gegevens zoals klimaat of bevolkingsdichtheid.