This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Debatteren
Een debat is een gesprek over een
onderwerp waarover de deelnemers
het oneens zijn.
Tijdens een debat wordt het eigen
standpunt verdedigd met als doel
een derde partij te overtuigen.
Slide 1 - Slide
Debatteren, hoe gaat dat?
Debatteren gebeurt ook veel in de Tweede Kamer . Hier wordt vooral gedebatteerd over beleidskwesties.
Slide 2 - Slide
Wat is het doel van een debat?
A
mensen overtuigen
B
plezier hebben
C
winnen
D
mensen informeren
Slide 3 - Quiz
Hoe houd je een goed debat?
Bij debatteren zijn twee dingen belangrijk:
Inhoud: Hier gaat het om wat je zegt.
Presentatie: Hier gaat het om hoe je het zegt.
Slide 4 - Slide
Taal van het debatteren
Gebruik:
Ik denk/vind dat.......
Naar mijn mening is het zo dat ........
Ten eerste, ten tweede ..........
Bovendien..........Daar komt nog eens bovenop dat.................
Slide 5 - Slide
Taal van het debatteren:
Onze tegenstanders beweren dat ................. maar
Er zijn twee onderwerpen waar onze tegenstanders het nog niet over hebben gehad..........
Dat kan wel zo zijn, maar .......................
Om mijn belangrijke punten nog eens te herhalen..........
Slide 6 - Slide
Tips & trucs
Voorbeeld
Feit
Vraag
Vergelijking
Oplossing
Humor
Slide 7 - Slide
AUB - methode
Stelling: Mensen moeten minder papier gebruiken.
Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Slide 8 - Slide
Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde.
Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.
Dat is beter voor het milieu.
Slide 9 - Drag question
Nu meteen aan de slag !
In door mij gemaakte groepjes gaan jullie 3 stellingen voorbereiden.
Bedenk samen zoveel mogelijk goede argumenten VOOR en TEGEN de stelling.
1 groepslid noteert
en deze samenwerking is al een deel van je cijfer.
De volgende les gaan we het debat al doen!
Slide 10 - Slide
De stellingen:
1. Wij dragen allemaal de zorg voor onze medemens; we moeten vluchtelingen hoe dan ook opvangen in Nederland.
2. Nederland is vol; er is geen ruimte voor vluchtelingen. Die moeten worden opgevangen in de gebieden waar ze vandaan komen.
3. Vluchtelingen uit Oekraïne moeten we met voorrang behandelen omdat zij uit Europa komen.
Slide 11 - Slide
Wat zijn politieke vluchtelingen?
A
Mensen die door de politiek worden weggestuurd.
B
Mensen die nog moeten leren wat politiek is.
C
Mensen die voor de politiek werken en dit in het buitenland moeten doen.
D
Mensen die om politieke redenen hun land zijn ontvlucht. bijv. omdat ze gestraft kunnen worden.
Slide 12 - Quiz
Economische vluchteling
A
Mensen die vluchten omdat er oorlog in hun land is
B
Mensen die om economische redenen vluchten
C
Mensen die vluchten met de boot
D
Mensen die om politieke redenen vluchten
Slide 13 - Quiz
Waarom is gemeenten gevraagd noodopvang voor asielzoekers te openen?
A
De bestaande opvanglocaties zitten vol, sinds 2015 waren er niet zoveel asielaanvragen als nu.
B
Twee grote opvanglocaties zijn afgebrand.
C
Nederland heeft besloten drie keer zo veel asielzoekers op te nemen als vorig jaar.
D
De verouderde opvanglocaties zijn niet geschikt voor de winter.
Slide 14 - Quiz
Wat zijn ontheemden?
A
vluchteling binnen eigen land
B
vluchteling die naar buitenland vlucht
C
mensen zonderhuis
D
vluchteling die met de auto vlucht
Slide 15 - Quiz
Er komen vooral veel ontheemden naar Europa toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Mensen vluchten uit Oekraïne naar andere landen. Dit zijn...
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Natuurlijke redenen
D
Sociale redenen
Slide 17 - Quiz
Het conflict in Oekraïne gaat over?
A
Grenzen
B
Godsdienst
C
Water
D
Grondstoffen
Slide 18 - Quiz
Stellingen debat
Slide 19 - Slide
Debat voeren
Stelling 1: "Nederland moet uit de Europese Unie"
Stelling 2: "De EU moet stoppen met migranten toelaten"
Wijs een spreker aan met je groepje!
Groep 1: voor stelling 1
Groep 2: tegen stelling 1
Groep 3: voor stelling 2
Groep 4: tegen stelling 2
Slide 20 - Slide
Stelling 1: Mensen uit het buitenland moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
(Groep 1: voor, Groep 2: tegen)
Stelling 2: Vluchtelingen moeten opgevangen worden door buurlanden.
(Groep 1: tegen, Groep 2: voor)
Stelling 3: De grenzen van Nederland moeten dicht voor alle immigranten.
(Groep 1: voor, Groep 2: tegen)
Bedenk in groepjes van drie of vier argumenten voor of tegen de stellingen.
Bedenk hoe je de argumenten van je opponenten gaat weerleggen.
Zoek eventueel feiten en cijfers ter onderbouwing van je argumenten.
Maak aantekeningen! Die mag je er tijdens het debat bij houden.