Leerjaar 2 - Blok 1 - Over taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

BLOK 1

blz: 31

OVER TAAL

Wat gaan we leren?

Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.

Ik begrijp de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten.

Ik kan met het Stappenplan moeilijke woorden werken.

Ik begrijp dat verschillende woorden hetzelfde kunnen betekenen.

Ik kan mijn taalgebruik aanpassen aan de situatie.

Stappenplan moeilijke woorden

1. Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
2. Kijk naar bekende stukjes in het woord.
3. Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
4. Vraag de betekenis of zoek de betekenis op in een woordenboek. 

De NS kunnen de storingen nog niet verhelpen, dus zijn er nog steeds vertragingen. Het is niet duidelijk wanneer de NS de problemen kunnen oplossen.

Wat betekent verhelpen? Gebruik het Stappenplan moeilijke woorden.

opdracht 7

oplossen

De minister wil meer geld besteden aan jongeren. Hij wil drie miljoen euro uitgeven aan activiteiten voor veertien- tot achttienjarigen.

Wat betekent besteden? Gebruik het Stappenplan moeilijke woorden.

uitgeven

Synoniemen

Woorden die hetzelfde betekenen, noem je synoniemen. Wanneer je veel synoniemen kent, is het niet nodig om elke keer hetzelfde woord te gebruiken.

Wat is een synoniem voor...

Bier

1. Pils
2. Gerstenat
3. Lager

Wat is een synoniem voor...

Dood

1. Gestorven
2. Saai
3. Afwezig
4. Vliegensvlug

Wat is een synoniem voor...

Auto

1. Fiets
2. Voertuig
3. Bolide
4. Mobieltje

Beleefd of onbeleefd?

In een chat met vrienden schrijf je andere woorden dan in een e-mail aan je docent of leidinggevende. Sommige situaties vereisen netter taalgebruik, daar gaan we mee oefenen.

Daarbij is het belangrijk dat je weet wat je publiek is, bijvoorbeeld...

blz: 36

Opdracht 1 tot en met 10

blz: 31 t/m 36

Klaar?

Lezen in je leesboek

Wat hebben we geleerd?

Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.

Ik begrijp de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten.

Ik kan met het Stappenplan moeilijke woorden werken.

Ik begrijp dat verschillende woorden hetzelfde kunnen betekenen.

Ik kan mijn taalgebruik aanpassen aan de situatie.