4.5 Woordenschat Talent

4.5 Woordenschat
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

4.5 Woordenschat

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'op verantwoorde wijze'?
A
Op een manier die eigenlijk niet goed is
B
Op een manier die vragen oproept
C
Op een manier die aan alle eisen voldoet
D
Een wijs persoon met veel antwoorden

Slide 2 - Quiz

Wat betekent 'ontlopen'?
A
Ergens tegenaan lopen
B
ontwijken, moeite doen om iets of iemand niet tegen te komen
C
Niet meer kunnen lopen van de moeheid
D
Teruglopen naar de plek waar je vandaan kwam

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort bij de beschrijving 'volgens de nieuwste mode'?

Slide 4 - Open question

In de winter zijn mensen vaak .... voor een verkoudheid.
A
vatbaar
B
verstrikt geraakt
C
schandelijk
D
gevat

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'verstrikt geraakt in'?
A
Gevangen geraakt in
B
gevoelig voor
C
stiekem doen
D
Een cadeau inpakken

Slide 6 - Quiz

Ik heb zoveel kleding in mijn kast! Welke ... zal ik vandaag eens aantrekken?

Slide 7 - Open question

Bij ....reclame vertellen mensen elkaar dat ze tevreden zijn over een product.

Slide 8 - Open question

Mond-tot-mond is iets anders dan mond-op-mond!
Dat laatste praat niet zo makkelijk!

Slide 9 - Slide

Henk heeft een nieuwe fatbike ..... . Met zijn vakantiegeld kon hij dit ......
A
aangericht, bekostigen
B
aangeschaft, aanrichten
C
ontlopen, meespelen
D
aangeschaft, bekostigen

Slide 10 - Quiz

Tijdens een film zie je wel eens ...........
Je ziet dan kort een bepaald merk in beeld en je hebt het vaak niet door.
A
een item
B
buitenreclame
C
sluikreclame
D
lingerie

Slide 11 - Quiz

Wat betekent meespelen in de volgende zin....

Slide 12 - Slide

Bij de aanschaf van een nieuwe telefoon, spelen niet alleen kosten, maar ook duurzaamheid mee.
A
invloed hebben
B
met iemand spelen
C
doen alsof
D
tijdens

Slide 13 - Quiz

Ik heb hier een fake item. Wat heb ik dan?
A
Een persoon die iemand nadoet
B
Een belangrijk onderwerp
C
Een nep of nagemaakt voorwerp
D
Een persoon die niet zichzelf is

Slide 14 - Quiz

Wat betekent item in 'nieuwsitem' ?
A
een voorwerp
B
een onderwerp
C
een persoon
D
een herinnering

Slide 15 - Quiz

Het is niet ... aanvaard om te schelden en te schreeuwen tegen elkaar.

Slide 16 - Open question

Wat betekent het woord benijden?
'Ik benijdde mijn vriend toen hij de nieuwste smartphone kreeg en ik niet.'
A
Boos zijn op
B
Bewonderen, iets fascinerend vinden
C
aanrichten
D
jaloers zijn, willen hebben wat een ander heeft

Slide 17 - Quiz