H5.9 Spelling

H1.3 Lezen
Welke
vis 
is
UNIEK?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.3 Lezen
Welke
vis 
is
UNIEK?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Start H5.9 Spelling
  • Zelfstandig werken
  • Nakijken
  • Vooruitblik volgende week
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Zij ging _____ [mopperen] naar haar kamer

Slide 3 - Open question

Vul in (schreeuwen)
... kwam mijn moeder naar beneden.

Slide 4 - Open question

Tegenwoordig deelwoord
Ook wel: onvoltooid deelwoord 
De handeling is nog bezig, nog niet voltooid 

Hele werkwoord + d

Schreeuwend ging ze naar haar kamer
Klagend verlieten ze het lokaal

Slide 5 - Slide

Tegenwoordig deelwoord
slurpend
gezwommen
lacht
werkte

Slide 6 - Drag question

Typ het tegenwoordig deelwoord.

(Huilen)
... kwam de actrice het toneel opgerend.

Slide 7 - Open question

Typ het tegenwoordig deelwoord.

(hoesten)
Misha is ziek en ligt ... in bed.

Slide 8 - Open question

Typ het tegenwoordig deelwoord.

Stuiteren
... van de zenuwen keken Patrick en Leonie naar Feyenoord - ADO.

Slide 9 - Open question

Waar hoort een bijvoeglijk naamwoord bij?
A
werkwoord
B
een lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bij alle drie!

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord 'zegt' iets over een zelfstandig naamwoord. Dat is een kenmerk of een eigenschap.

  • Het spannende boek
  • De bange man

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Soms staat het bn  achter het zelfstandig naamwoord (zn).


  • De Disneyfilm is schitterend.
  • Dagobert Duck is heel beroemd.

Slide 12 - Slide

Spelling BN 

Zet een -e achter het woord: de kleine, sterke, magere hond

Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden moet je ook:
- de laatste letter verdubbelen: fris --> frisse, tof --> toffe
- een a, e, o of u weghalen: laag --> lage, rood --> rode
- een f in een v veranderen: gaaf --> gave, doof --> dove
- een s in een z veranderen: vies --> vieze, grijs --> grijze

Sommige bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met een deelteken of trema
Zo voorkom je dat het woord verkeerd wordt uitgesproken, zoals officiële, reële.

Slide 13 - Slide

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
van 'oude' materialen
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 

De uitgang eindigt op -en.
  • goud + en : de gouden ring
  • hout + en : de houten tafel
  • Riet + en : het rieten dak

Slide 14 - Slide

De spelling van het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van 'nieuwe' materialen

  • plastic  bordjes 
  • nylon jasjes
  • suède laarzen
  • kunstof platen
  • aluminium buizen

                                 Rubber en rubberen mag allebei!

Slide 15 - Slide

Andere 'bn-ers'
  1. Werkwoordsvormen:
    lachende leerlingen, pratende docenten (d + e)
  2. Infinitief + te:
    de te spelen wedstrijd, het te vieren feest
  3. Voltooid deelwoord:
    de gezochte man, het bezette winkelpand


Slide 16 - Slide

De ___ [goud] ring
A
goude
B
gouden

Slide 17 - Quiz

Het ___ [plastic] bakje
A
plasticen
B
plastice
C
plastic
D
plasticke

Slide 18 - Quiz

De ___ [winnen] medaille
A
gewonnen
B
gewonen
C
gewonne
D
gewone

Slide 19 - Quiz

Het ____ [missen] lesuur
A
gemiste
B
gemisten

Slide 20 - Quiz

Het ___ [bezet] toilet
A
bezete
B
bezette

Slide 21 - Quiz

vul in (vriendelijk)
een ... man

Slide 22 - Open question

vul in (schieten)
de ... kogel

Slide 23 - Open question

vul in (nylon)
een ... panty

Slide 24 - Open question


Welk bn is juist gespeld?
A
zilvere kandelaar
B
zilveren kandelaar

Slide 25 - Quiz

Zelfstandig werken
H5.9 Spelling
maken opdracht 1 t/m 6 

Klaar? Ga oefenen voor de toets!

Slide 26 - Slide

Neem iets lekkers mee! 
Voor jezelf en om te delen met een ander (maar niet teveel.. )

JOEHOE!

Slide 27 - Slide