What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
18 nov. Kapitel 2 / het persoonlijk voornaamwoord
Startaufgabe:
1. Welche neun Wege zu
lernen werden rechts beschrieben?
Notiere auf Niederländisch.
Welche Wege benutzt du nicht? Notiere
timer
5:00
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Startaufgabe:
1. Welche neun Wege zu
lernen werden rechts beschrieben?
Notiere auf Niederländisch.
Welche Wege benutzt du nicht? Notiere
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les:
Kun je de persoonlijke voornaamwoorden in de Nominativ, Dativ en Akkusativ in een zin herkennen en toepassen
Ken je de voorzetsels waarna de Akkusativ of Dativ komt
Slide 2 - Slide
Wie werdet ihr das machen?
Instruktion und Übung:
zu Grammatik
Slide 3 - Slide
Instruktion Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 4 - Slide
Onderwerp
Meewer-
k
ende
vorm
Lijdende
vorm
Nominativ
Akkusa-tiv
Dativ
Slide 5 - Drag question
Vormen
Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen
1ste naamval = Nominativ
4de naamval = ?
3de naamval = ?
Slide 6 - Slide
Vormen
Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen
1ste naamval = Nominativ
4de naamval = Akkusativ
3de naamval = ?
Slide 7 - Slide
Vormen
Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen
1ste naamval = Nominativ
4de naamval = Akkusativ
3de naamval = Dativ
Slide 8 - Slide
Vormen komen voor na:
Voorzetsels
: Wir spielen morgen Fußball gegen euch.
Bij
bijzondere werkwoorden
: Ich danke dir.
Ontleden
: Ich rufe dich morgen an.
Slide 9 - Slide
Na welke voorzetsels komt altijd de Akkusativvorm van een persoonlijk voornaamwoord?
A
durch, für, ohne, um, bis gegen, entlang
B
mit, nach bei, seit, von, zu, aus, außer, gegenüber
C
durch, mit, für, bei, von, gegen, entlang
D
ohne, seit, um, zu, aus, außer, gegenüber
Slide 10 - Quiz
Na welke voorztesels komt altijd de Dativvorm van een persoonlijk voornaamwoord?
A
mit, nach bei, seit, von, zu, aus, außer, gegenüber
B
durch, für, ohne, um, bis gegen, entlang,
C
ohne, seit, um, zu, aus, außer, gegenüber,
D
mit, für, bei, von, gegen, entlang
Slide 11 - Quiz
die Akkusativartikel
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Pak het naamvallenschema erbij
Mache folgende Aufgaben mit Hilfe des Schemas.
Slide 14 - Slide
Das Buch ist für (jou) ...............
A
dir
B
dich
C
sie
D
Sie
Slide 15 - Quiz
Ohne (haar) ........... kann ich nicht leben.
A
ihr
B
ihn
C
sie
D
es
Slide 16 - Quiz
die Dativartikel
mit
nach
bei
seit
von
zu
aus
außer
gegenüber
met
naar
bij
sinds
van
tot/naar
uit
behalve
tegenover
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Pak het naamvallenschema erbij
Mache folgende Aufgaben mit Hilfe des Schemas.
Slide 19 - Slide
Ich gehe mit (hem) ............ zum Arzt.
A
ihm
B
dir
C
ihnen
D
ihr
Slide 20 - Quiz
Er wohnt gegenüber (mij) ..........
A
mich
B
ich
C
mir
Slide 21 - Quiz
Aufgabe 1
Maak een zin met een voorzetsel uit het Akkusativrijtje met daarna een persoonlijk voornaamoord en beeld het uit.
Beispiel:
Das Buch ist für dich
Ergebnis
Vorspielen
Mit wem?
zu zweit
Aufgabe 2
Maak een zin met een voorzetsel uit het Akkusativrijtje met daarna een persoonlijk voornaamoord en beeld het uit.
Beispiel:
Ich springe mit ihm
Ergebnis
Vorspielen
Mit wem?
zu zweit
timer
3:00
Slide 22 - Slide
Selbständig arbeiten
Was?
Mache die Aufgaben 18 und 19 zu E Grammatik K2
Wie?
Alleine und zu zweit
Hilfsmittel:
Seite 152.10/153.15/154.16
Wie lange?
Bis Ende der Stunde
Ergebnis
: >70%
Slide 23 - Slide
Evaluation
Nenne zwei Präpositionen (voorzetsels) mit Akkusativform und zwei mit Dativform
Slide 24 - Slide
Ontleden
Onderwerp = hoofdpersoon / actief
Lijdende vorm = ondergaat wat hoofdpersoon doet/wil/maakt enz.
Meewerkende vorm = aan of voor wie/wat?
Slide 25 - Slide
Ontleed de volgende zin. Beargumenteer (regels toepassen)
Ich zeige dir ein Video über Gesundheit.
Nominativ =
Akkusativ =
Dativ =
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Personalpronomen in Nom/Dativ/Akkusativ
December 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Personalpronomen in Nom/Dativ/Akkusativ
15 days ago
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 nov. Kapitel 2/Teil A Hören und E Grammatik
November 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 Wiederholung: Akkusativ & Dativ periode 1
October 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Week 3: E
May 2023
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 9 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord in de derde naamval
May 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen en voorzetsels
December 2023
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
25. Mai / Kapitel 7 Wohnen / Grammatik und Schreiben
May 2022
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2