Begrijpend lezen De Brug 1hv - 3

Begrijpend lezen De Brug 1hv, deel 2
Formatieve evaluatie ná opdracht 1 t/m 10
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Begrijpend lezen De Brug 1hv, deel 2
Formatieve evaluatie ná opdracht 1 t/m 10

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Link

Welke 4 signaalwoorden gebruik je bij een opsommend tekstverband?

Slide 4 - Open question

Theorie -> tekstverband van tijd
2. Tijdsvolgorde = geeft de volgorde waarin gebeurtenissen plaatsvinden
Signaalwoorden: 
eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte, enz.

Voorbeeld: 
Voordat Carola haar haren laat knippen, ontbijt ze in 'Het Frietkot'. Daarna neemt ze meteen de bus.


Slide 5 - Slide

Theorie -> tegenstellend verband
3. tegenstellend = geeft aan welke tekstdelen een tegenstelling vormen
Signaalwoorden:
maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, enz.

Voorbeeld: 
De kapper is al ver over de tachtig, toch knipt hij nog fantastisch.


Slide 6 - Slide

Noem het signaalwoord voor tijdsvolgorde:

Hij loopt naar de supermarkt, terwijl
hij steeds op zijn telefoon kijkt.

Slide 7 - Open question

Noem het signaalwoord en het bijbehorende tekstverband:

Jaap mist Sofie enorm, maar hij laat het niet merken.

Slide 8 - Open question

Noem het signaalwoord en het bijbehorende tekstverband:

Sofie wil hem nooit meer zien.
Jaap daarentegen is nog steeds gek op haar.

Slide 9 - Open question

Noem het signaalwoord en het bijbehorende tekstverband:

Nog voordat Jaap was uitgesproken, gooide Sofie hem een glas water in het gezicht. Meteen daarna is ze vertrokken.

Slide 10 - Open question

Wat wordt er
hiernaast
opgesomd?

Slide 11 - Open question

Nog één vraag: .....

Slide 12 - Slide

Wat wil je de eerstvolgende plusles van mij leren?

Slide 13 - Open question