Je gebruikt ook altijd een lidwoord (el/la/los/las), in het Nederlands doe je dat niet altijd.
Voorbeeld: Me gustan las pizzas > Ik hou van pizzas.
wij-vorm (nosotros) = nos gusta ... + nos gustan ...
Jullie-vorm (vosotros) = os gusta ... + os gustan ...
Zij (meervoud) (ellos/ellas/ustedes)= les gusta... +. les gustan....