H7 - §7.1 Constante snelheid

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §7.1
  • instructie §7.1
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


H7 - Kracht en beweging
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §7.1
  • instructie §7.1
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


H7 - Kracht en beweging

Slide 1 - Slide

§7.1 - Je leert ...
  • eigenschappen noemen van een eenparige beweging;
  • bij een eenparige beweging berekeningen maken met afstand ,snelheid en tijd;
  • een afstand,tijd-diagram tekenen en aflezen;
  • een snelheid,tijd-diagram tekenen en aflezen.

Slide 2 - Slide

Schrijf 3 voorbeelden op van voorwerpen / machines die met een constante snelheid bewegen

Slide 3 - Open question

0

Slide 4 - Video

Felix Baumgartner
Je zag net een filmpje van Felix Baumgartner die in 2012 een recordpoging deed om de geluidsbarriere te doorbreken. Deze poging was succesvol. 

Hij sprong hierbij van 39,045 km naar beneden.
 In de vrije val die 4 minuten en 19 seconden duurde, behaalde hij als gevolg van de ijle lucht een recordsnelheid van 1375 km/h.


Slide 5 - Slide

Discussievraag
Bedenk waar het van af hangt
hoe lang je moet wachten, 
totdat je koffer weer langs komt.

Slide 6 - Slide

Eenparige bewegingen
De koffer maakt een eenparige beweging: iedere seconde wordt dezelfde afstand afgelegd.

snelheid = afstand per seconde

Bij een eenparige beweging is de snelheid
CONSTANT

Slide 7 - Slide

Eenparige bewegingen
De koffer maakt een eenparige beweging: iedere seconde wordt dezelfde afstand afgelegd.



snelheid = afstand gedeeld door tijd
v=ts

Slide 8 - Slide

Eenheid van snelheid
De standaardeenheid van snelheid (BINAS) =
 meter per seconde (m/s).  tabel 7.

In het dagelijks leven gebruik je de eenheid km/h.

Hoe kan je deze makkelijk omrekenen?


Slide 9 - Slide

Km/h naar m/s
1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?


Daar is een hele simpele
regel voor:
1375 km/h : 3,6 = 381,94 m/s

Slide 10 - Slide

We hebben zojuist geleerd hoe je kan omrekenen. 1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?

Slide 11 - Open question

3uur en 20 min = ..... h
A
3,2 h
B
3,33 h
C
32 h
D
3,1 h

Slide 12 - Quiz

Even oefenen!
Een  vogel legt 200 meter af in 18 seconden.
Bereken de snelheid van de vogel 
in m/s en km/h.

Slide 13 - Slide

Even oefenen!
G: s = 200 m,     t = 18 s
G: v = ?
F: 

B:


A: de snelheid is 11,11 m/s     of     40 km/h
v=ts
v=18200=11,11
v=11,11  3,6=40

Slide 14 - Slide

Even oefenen!
Een fietser heeft een snelheid van 18 km/h.
Het legt een stuk weg af van 1,2 km.
Bereken het aantal minuten dat de fietser
over dit stuk weg doet.

Slide 15 - Slide

Even oefenen!
G: s = 1,2 km,     v = 18 km/h
G: t = ?
F: 

B:


A: de fietser heeft een tijd nodig van 4 minuten.
v=ts
t=181,2=0,067 h
t=0,067  60=4min
t=vs

Slide 16 - Slide

Welke grootheden moet je weten om de snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist.
De snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een fietser legt 20 kilometer af in 60 minuten met constante snelheid
Wat was zijn constante snelheid?
A
20 km/uur
B
20 km/minuut
C
60 minuut/km
D
1 uur/km

Slide 19 - Quiz

Afstand,tijd-diagram
Hoe een beweging verloopt kun je zichtbaar maken in een:

afstand, tijd
-diagram = s, t-diagram
in het diagram zie je per tijdstip de
afgelegde afstand.

Slide 20 - Slide

Afstand,tijd-diagram
Dit is het diagram van een 
trainingsrit van een wielrenner.
a. Bij welk stuk van het diagram
hoort de hoogste snelheid en 
waarom?
b. Bereken de snelheid van de 
wielrenner in deel 1 van het diagram.

Slide 21 - Slide

Afstand,tijd-diagram
a. Bij welk stuk van het diagram
hoort de hoogste snelheid en 
waarom?

De hoogste snelheid hoort bij het
steilste stuk van de grafiek, 
dus bij C-D

Slide 22 - Slide

Afstand,tijd-diagram
b. Bereken de snelheid van de 
wielrenner in deel A-B van het diagram.
G: s = 30 km,        t = 3 h
G: v = ?
F: 

B:
A: de snelheid van de wielrenner is 10 km/h
v=ts
v=330=10

Slide 23 - Slide

Snelheid,tijd-diagram
Hoe groot de snelheid is tijdens een beweging kun je zichtbaar maken in een:
snelheid, tijd-diagram = v, t-diagram
in het diagram is te zien hoe groot de
snelheid is op ieder tijdstip. Een horizontale
lijn betekend een constante snelheid

Slide 24 - Slide

Snelheid,tijd-diagram
Dit is het v, t-diagram van onze wielrenner.
Bereken de afstand die de wielrenner 
aflegt in deel C-D van het diagram.

Slide 25 - Slide

Snelheid,tijd-diagram
G: v = 20 km/h,      t = 1 h
G: s = 
F: 

B:

A: In deel C-D legt de wielrenner 20 km af.
s=v  t
v=ts
s=20  1=20

Slide 26 - Slide

Peter gaat wandelen!
Peter woont dicht bij school. Hij komt altijd lopend naar school. Op een morgen besluit hij een grafiek te maken van zijn wandeling.


Slide 27 - Slide

Aan de slag!
Lezen
Basis:  §6.1
Kader: §7.1 


Maken
Basis: 2 t/m 25
Kader: 1 t/m 25







Zs

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
Lezen §7.1 uit je boek


Maak:
- route groen
- route blauw
of
- route paars


Zf

Slide 29 - Slide

Wat weet je al???

Slide 30 - Slide

Je kunt ...
  • eigenschappen noemen van een eenparige beweging;
  • bij een eenparige beweging berekeningen maken met afstand ,snelheid en tijd;
  • een afstand,tijd-diagram tekenen en aflezen;
  • een snelheid,tijd-diagram tekenen en aflezen.

Slide 31 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll