This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Programa
Controlamos los deberes
Quizlet
4 belangrijke tijden
Trabajamos
Deberes
Slide 1 - Slide
Controlamos los deberes
Estudiar:
-Voca 2.1 2.2 2.3 (BOEK 2A) NL-SP
-Roze wwblad 25-50 SP-NL
-perfecto (regelmatig & onregelmatig)
-gerundio (regelmatig & onregelmatig)
timer
15:00
Slide 2 - Slide
VOCA U2 (boek 2)
2.1
2.2
2.3
Slide 3 - Slide
Vocabulario 2.1 (boek 2)
1 dorst hebben 2 de kaart het menu 3 mineraalwater 4 heerlijk 5 verbrand 6 de soep 7 de groente 8 koken 9 nemen drinken 10 vragen bestellen
Gebruik in je antwoord alleen spaties!
1 antwoord
2 antwoord
3 antwoord
timer
4:00
Slide 4 - Open question
Vocabulario 2.2 (boek 2) 1 pittig 2 de knoflook 3 de citroen 4 naar binnen gaan 5 beroemd 6 zout 7 betekenen 8 rond 9 vergeten 10 nodig hebben
Gebruik in je antwoord alleen spaties!
1 antwoord
2 antwoord
3 antwoord
timer
4:00
Slide 5 - Open question
Vocabulario 2.3 (boek 2) 1 het advies 2 de rekening 3 de frisdrank 4 zich verzetten weerstand bieden 5 de sla 6 het ei 7 de ham 8 natuurlijk 9 het ijs 10 kiezen
Gebruik in je antwoord alleen spaties!
1 antwoord
2 antwoord
3 antwoord
timer
4:00
Slide 6 - Open question
Regelmatige werkwoorden
- AR -ER -IR
bailar comer vivir
(yo) bailo como vivo
(tú) bailas comes vives
(él, ella, usted, ..) baila come vive
(nosotros/-as) bailamos comemos vivimos
(vosotros/-as) bailáis coméis vivís
(ellos, ellas, ustedes, ..) bailan comen viven
Slide 7 - Slide
Perfecto
Gaat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER en kan dus nooit alleen staan!!!!
vb. He hablado
Er zijn een aantal onregelmatige ww (zie volgende slide)
Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel vooraan het werkwoord te staan!! vb. Ducharse - Me he duchado
Slide 8 - Slide
Perfecto (uitzonderingen)
abrir - abierto
decir - dicho
escribir - escrito
ir - ido
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
volver - vuelto
romper - roto
ser - sido
morir - muerto
Slide 9 - Slide
Futuro
Hoe zeg je iets over wat je binnenkort gaat doen?
Om in het Spaans iets te zeggen over iets wat je binnenkort gaat doen, heb je 3 dingen nodig:
Het werkwoord IR >>> vervoegd als: voy, vas , va, vamos, vais , van
het voorzetsel A
een heel werkwoord: ser, hablar , escribir, comer etc.
Voorbeelden:
Este fin de semana voy a comer en un restaurante
Esta noche va a hablarcon su novia.
El domingo vamos a jugar al fútbol
Formule =
vervoeging van IR
+ A
+ VERBO
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Gerundio
Vervoeging van het werkwoord ESTAR + gerundium
AR --> ando , IR/ ER --> iendo .
Er zijn een aantal onregelmatige ww (zie volgende slide)
Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel (in de juiste persoon vervoegd) voor of achter het werkwoord te staan!! vb. Ducharse - Me estoy duchando