Paragraaf 2 - conflciten

Vandaag:
- Stukje actualiteit 

- Uitleg paragraaf 2 

- Werken aan opdrachten paragraaf 2. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag:
- Stukje actualiteit 

- Uitleg paragraaf 2 

- Werken aan opdrachten paragraaf 2. 

Slide 1 - Slide

2 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog

Intern conflict 
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan een regionaal conflict worden 

Slide 2 - Slide

Terrorisme = geweld voor politiek doel 
Criminelen = geweld voor financieel doel 

Slide 3 - Slide

Grenzen trekken
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Etniciteit = Identiteit van een volk 


Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking

Slide 4 - Slide

Begrip:
Regionalisme = Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur. 

Nationalisme = Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat. 
Voorbeeld:
Friesland 
Houdt sterk vast aan eigen geschiedenis en cultuur.


Algerijnse oorlog (1954-1962)
Bloedige strijd om onafhankelijkheid 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Seperatisme =

De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.



Voorbeeld:
Tsjetsjenië (los van Rusland)
Autonme regio =

Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen en politie. 

Voorbeeld:
Catalonië (Spanje) 

Slide 7 - Slide

Actueel:
Opstand in Venezuela

Intern of internationaal?

Sprake van regionalise, nationalisme of seperatisme? 


Slide 8 - Slide

nu:

Maken opdrachten paragraaf 2, Hoofdstuk 4. 

Klaar? Nakijk formulier halen bij docent. 

Niet af = Huiswerk. 

Slide 9 - Slide

Morgen 
- Afhebben opdrachten paragraaf 2. 

- Bespreken opdrachten paragraaf 2. 

- Start nieuwe paragraaf 

Slide 10 - Slide