Tl 2 2022 Kapitel 6 week 14 herhalen Grammatik

Herzlich willkommen
Buch?
Kugelschreiber?
Heft?
1 / 48
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen
Buch?
Kugelschreiber?
Heft?

Slide 1 - Slide

Was werden wir machen?
Überhören Lernliste kapitel 6
Wiederholung Grammatik 

Slide 2 - Slide

Ziel
Ik kan de regelmatige ww en de regelmatige wwwoorden  op  d/t vervoegen
Ik kan het voltooid deelwoord maken van een regelmatig ww
Ik kan der/ die/ das juist toepassen
Ik kan ein/eine of kein/keine goed toepassen

Slide 3 - Slide

erste Stunde
Vlog ingeleverd? 
Überhören  Lernliste S.  26 + A Hören C Lesen
   

Kies:
der
die
das

Slide 4 - Slide

Antworten
die Kuh                            das Shirt
das Kind                          die Lampe
der Vater                         die Lehrerin
die Adresse                    das Haar
die Pause                         das Geld
die Tante                           der Stier
das Pferd

Slide 5 - Slide

Vervoeg het werkwoord spielen.
ich ... /du... /er... // wir... /ihr... /sie...

Slide 6 - Open question

Werkwoorden
schreiben: ich ....                        
spielen: ich .....
haben: ich ....
sein: ich ....
essen: ich ....                                           
wohnen: ich ....
Maak de juiste vorm van het werkwoord.

Slide 7 - Slide

heißen
Ihr ... Sandra und Klaus.
A
heißen
B
heißt
C
heißst
D
heiße

Slide 8 - Quiz

machen
Warum ... Klaus das?
A
machen
B
macht
C
mache
D
machst

Slide 9 - Quiz

kommen
... du mit nach Hause?
A
kommen
B
kommt
C
komme
D
kommst

Slide 10 - Quiz

lieben
... du deine Freundin?
A
liebe
B
lieben
C
liebt
D
liebst

Slide 11 - Quiz

wohnen
Die Frau ... in Australien
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 12 - Quiz

hören
... du gerne Musik?
A
höre
B
hören
C
hört
D
hörst

Slide 13 - Quiz

wohnen
... ihr nicht mehr bei den Eltern?

Slide 14 - Open question

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Werkwoorden met een d of t in de stam
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 17 - Slide

(reden): Wat is goed?
A
ich rede/ du redest/er redet
B
ich rede/ du redst/er redt

Slide 18 - Quiz

(arbeiten): Lena ..... am Montag.
A
arbeite
B
arbeitest
C
arbeitet

Slide 19 - Quiz

(anworten): Tom ..... auf die Frage.
A
antworte
B
antwortest
C
antwortet

Slide 20 - Quiz

Grammatik stam d/t
Geef antwoord in je schrift:
  • finden:  ......  du Cola lecker?
  • antworten: Warum .... er nicht?
  • reden: Peter ... zu laut.
  • kosten: Was ... diese Gitarre?
  • arbeiten: Ihr ... bei Aldi?

Wat gebeurt er bij:
 du/er/sie/es ihr?

Slide 21 - Slide

Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord

  • Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord
  • Ik heb gefietst / Jij hebt gerend/ Hij heeft gehuild
 
  • In het Nederlands een d of t.
  • In het Duits een t
  • ge + stam+ (e)t
  • Er staat een vorm van hebben of zijn voor. Het is dus al geweest.
This video is no longer available
Welke video was dit?
tm 1.48

Slide 22 - Slide

Maak het voltooid deelwoord
  • spielen: Ich habe .....
  • weinen: Er hat .....
  • wohnen: Wie lange hast du hier .....?
  • Stam d of t, nu een extra...?
  • reden: Er hat mit mir .....?
  • kosten: Wieviel hat die Gitarre ........?

  • Antworten:
  • gespielt
  • geweint
  • gewohnt
  • e
  • geredet
  • gekostet

Slide 23 - Slide

Uitleg Kapitel 5
S. 168 linke Hälfte
Wortschatz S. 140 m 4 tm 7 (online neue Kontakte)

Slide 24 - Slide

Nieuw ein/eine
  • de of het= der /die/ das
  • een =ein of eine     geen= kein of keine

.?... Restaurant dus: ein/eine?
.?.. Glas dus: ein/eine?
.?.. Tasse dus: ein/eine?
.?.. Ober dus : ein of eine
Wanneer gebruik je nu ein of eine?
Bij der of das: ein
Bij die: eine

Slide 25 - Slide

Maken opdrachten Kapitel 5
17 tm 23 , 25 (neue Kontakte online)

Slide 26 - Slide

Was hast du diese Stunde gelernt?

Slide 27 - Slide

Vragen bij Geparden gerettet!
1 Hoe oud zijn de cheetahs? paar weken/ paar maanden
2 De cheetahs zijn: te dik/ te dun
3 Waarom hebben mensen de cheetahs gevangen?
Laurie Marke:
4 Wat is het probleem tussen de mensen en de cheetahs?
5 Wat willen de mensen?
6 Hoeveel eten krijgen de cheetahs?
7 Wat wordt er in hun eten gestopt?
8 Wanneer worden de cheetahs weer uitgezet?

Slide 28 - Slide

Antwoorden
1 paar maanden
2 te dun
3 om ze te verkopen
4 conflict tussen mensen en cheetahs: ze doden het vee van de mensen
5 geld verdien om nieuw vee te kunnen kopen
6 hangt van het gewicht en leeftijd af
7 vitaminen ( alcium)
als ze sterk genoeg zijn

Slide 29 - Slide

Lesdoel 
Aan het eind van de les kun je het regelmatige werkwoord vervoegen.


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

machen
Warum ... sie das?
A
machen
B
macht
C
mache
D
machst

Slide 32 - Quiz

lieben
... du deine Freundin?
A
liebe
B
lieben
C
liebt
D
liebst

Slide 33 - Quiz

heißen
Ihr ... Sandra und Klaus.
A
heißen
B
heißt
C
heißst
D
heiße

Slide 34 - Quiz

lieben
Warum ... er Fußball so sehr?
A
liebt
B
liebe
C
lieben
D
liebst

Slide 35 - Quiz

wohnen
Der Mann ... in Australien
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 36 - Quiz

machen
Nicole, ... du das Fenster zu?

Slide 37 - Open question

wohnen
... ihr nicht mehr bei den Eltern?

Slide 38 - Open question

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 39 - Quiz

zweite Stunde
Überhören Seite 26ND tm mooi +  DN
Herhalen Grammatik (volgende slides)

Machen
S. 22+: 18, 19, 20 Sprechen


Fertig? Vlog: ga nu de tekst en het script hiervoor schrijven



timer
3:00

Slide 40 - Slide

die erste Stunde
(Gedaan:Korte herhaling regelmatige werkwoorden)

Doornemen Lernliste Seite 168: linker helft
Machen: Seite 138: 1, 2 und 3 Sehen

Slide 41 - Slide

Deze slide hoort er niet meer bij
dit was online

Slide 42 - Slide

Er volgt nu een korte quiz over de geleerde woordjes




Slide 43 - Slide

Vertaal: de koffie
A
der Kaffee
B
die Kaffee
C
das Kaffee

Slide 44 - Quiz

Vertaal: de menukaart
A
der Speisekarte
B
die Speisekarte
C
das Speisekarte

Slide 45 - Quiz

Vertaal: het ijs
A
der Eis
B
die Eis
C
das Eis

Slide 46 - Quiz

Wat is je huiswerk? klas 2c/d
Dit vind je ook in OneNote:
leren S. 168 linker rij ND en A Sehen/ C Hören DN
maken S. 138 1(online) 2, 3 Sehen
             S. 140 4 tm 7 Wortschatz
               S. 144 11, 12(online) Hören

Slide 47 - Slide

Wat is je huiswerk klas 2b
Dit vind je ook in OneNote:
leren S. 168 rechter helft ND en D Lesen en Sprachmittel DN
maken S. 146 13- 16 Lesen

Slide 48 - Slide