A3 2.2 Moleculen en atomen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Moleculen en atomen

Deze les

• Over het SO
• Uitleg moleculen en atomen


• Maken: 17 t/m 21


• Elementen-Bingo
• Afsluiting 

SO op 10 dec

• Tabel 5 op blz 57: beide kanten op leren. Maar niet de namen tussen haakjes.
  
• Tabel 6 op blz. 58: beide kanten op
• tabel 7 op blz. 58: beide kanten op met de fase
• tabel 8 op blz. 58: beide kanten met de fase

Leerdoelen

1. Je leert wat moleculen en atomen zijn 


2. Je weet hoe een molecuulformule is opgebouwd
3. Je leert een aantal symbolen van elementen

Atomen

Niet-ontleedbare stoffen 

1 soort atomen

Ander woord: element 

Elk atoom heeft een symbool en een naam

Moleculen

Ontleedbare stoffen 

meerdere soorten atomen

Ander woord: verbinding 

Elk molecuul heeft een molecuulformule en een naam 

Atomen zijn alleen

Maarrrrr er zijn Atomen die altijd met z'n tweeen zijn. 

Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breukelen 

Cl₂           F₂       I₂  H₂     O₂                    N₂     B₂

Die zijn dus niet-ontleedbaar!

Molecuulformule

Molecuul bestaat uit meerdere atomen

Molecuulformule geeft aan welke atomen erin zitten

Water: H₂O(l) (2 H en 1 O)

Koolstofdioxide: CO₂

Index 

 

Toestandsaanduidingen

(s)

(l)

(g)

(aq) 

Dit schrijf je achter de molecuulformule en geeft de fase weer. 

Vb: koken van water

H₂O (l) --> H₂O (g)

Wat kun je ontleden?

1. Atomen
2. Moleculen
3. Atomen en moleculen
4. Geen van beide

Hoeveel atomen bevat

CH​4​​

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel soorten atomen bevat

C​27​​H​28​​Br​2​​O​5​​S

1. 1
2. 5
3. 6
4. 63

Aan de slag!

Wat: opdracht 17 t/m 21

Waar: in schrift

Hoe: individueel, in stilte met FOM

Oortjes: Ja, mag

Hulp: boek (par2) , docent, medeleerling op fluistertoon

Tijd: 10 minuten

Klaar?: Kijk het na via de ELO met een andere kleur. Maak opgave 2 op blz. 82

Leerdoelen

1. Je leert wat moleculen en atomen zijn 


2. Je weet hoe een molecuulformule is opgebouwd
3. Je leert een aantal symbolen van elementen

Elementen-Bingo

• Maak 3x3 vakjes 
  
• vul 9 verschillende symbolen in van blz. 60 die je moet leren voor de toets.
• ik noem namen van elementen
• heb je die op je bingokaart? kruis hem (leesbaar!) door.
• Rijtje vol? Je wint wat lekkers. (doen we 2x)
• Kaart vol? Bonus op het Elementen-SO