1. Je kent de jaartallen van de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum.
2. Je kent de naam van de periode en het tijdvak.
3. Je weet de namen van de bondgenootschappen en welke landen erin zaten.
4. Je kunt uitleggen waarom het een wereldoorlog wordt genoemd.
5. Je kent drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
6. Je kunt uitleggen hoe Duitsland een tweefrontenoorlog probeerde te voorkomen.
7. Je kunt uitleggen wat een loopgravenoorlog is.
8. Je kunt uitleggen hoe de oorlog ten einde kwam.
9. Je kunt vertellen welke rol Nederland had tijdens de Eerste Wereldoorlog.