Wonen H4 P6

Wonen H4
Paragraaf 6, 3 kader
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wonen H4
Paragraaf 6, 3 kader

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen lesuur 1?

  1. Leerdoelen
  2. Wat weet je nog?
  3. Herhaling uitleg
  4. Opdrachten maken
  5. Terugblik 
Wat gaan we doen lesuur 2?

  1. Nakijken
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg 
  4. Opdrachten 
  5. Terugblik 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
  1. Je kan het verschil tussen een inboedelverzekering en opstalverzekering omschrijven. 
  2. Je kan het verschil tussen onder en oververzekeren uitleggen.
  3. Je kan in eigen woorden uitleggen wat een aansprakelijkheidsverzekering inhoud.
  4. Je kan de premie berekenen die je moet betalen.
  5. Je kan berekenen hoeveel vergoeding je ontvangt van de verzekering.

Slide 3 - Slide

Inboedelverzekering
Inboedel = alles wat je in huis hebt staan. Meubels, pannen, kasten, kleding enzovoorts.

Met een inboedelverzekering verzeker je alles wat in je huis is. Als er schade is kun je deze verhalen bij de inboedelverzekering.

Slide 4 - Slide

Opstalverzekering
Met een opstalverzekering verzeker je het gebouw, dus de buitenkant van je huis.

Je verzekerd het tegen natuurschade zoals brand en storm.

Slide 5 - Slide

Aansprakelijkheidsverzekering
AVP --> aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren.

Heb je schade veroorzaakt bij een ander --> daarvoor ben je aansprakelijk en moet je de schade betalen.

Wat wordt niet vergoed: opzettelijke schade, schade aan eigen spullen of schade die veroorzaakt is door motorvoertuigen.


Slide 6 - Slide

Oververzekeren 
Oververzekering = als je verzekert bent voor een hoger bedrag dan de echte waarde van je huis.
 

De verzekering vergoed nooit meer dan de volledige schade. Als je hele huis afbrand, en de schade is €180.000 is het onnodig dat je je voor €250.000 verzekert. Want zoveel is je huis niet waard.

Slide 7 - Slide

Onderverzekeren
Onderverzekering = Je hebt je voor een lager bedrag verzekerd dan dat je huis waard is.

Gevolg: Je krijgt niet alle schade vergoed. De schade is dan hoger dan de waarde van je verzekering.

Vb. De waarde van herbouw van je woning is € 200.000 en je bent verzekerd voor € 120.000

Slide 8 - Slide

Premie berekenen met promille
1 promille = 1 : 1000.

VB: Je inboedel heb je verzekerd tot een bedrag van €70.000. Je premie is 1,4 promille.

Hoeveel moet je per maand aan premie betalen?

Bedrag van verzekering : 1000 x aantal promille = premie



Slide 9 - Slide

Vergoeding berekenen
Onderverzekering, hoeveel krijg je vergoed?

(Verzeker bedrag : nieuwwaarde) x schade = wat je krijgt.

BV: Verzekerd voor: €30.000
       nieuwwaarde : €40.000
       Schade : €20.000




Slide 10 - Slide

Opdrachten 

Wat? --> Maak de opdrachten van paragraaf 6, hoofdstuk 4 af.
Hoe? --> Eerste 5 minuten zelfstandig in stilte.
                    Daarna mag je met elkaar overleggen.

Ben je klaar? 
Maak de rekentrainer of test jezelf paragraaf 6 van hoofdstuk 4.


timer
5:00

Slide 11 - Slide

Het is verstandig om een product te verzekeren als de kans op schade groot is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Inboedelverzekering is...
A
de verzekering voor schade aan het huis
B
de verzekering voor schade/ diefstal in het huis
C
de verzekering voor medische kosten

Slide 13 - Quiz

Wat is verzekerd op een opstalverzekering?
A
De spullen in je huis
B
Je auto
C
Je huis
D
Je reis

Slide 14 - Quiz

OPSTAL
VERZEKERING
INBOEDEL
VERZEKERING

Slide 15 - Drag question

Geef naast brand nog twee oorzaken van schade aan een huis.

Slide 16 - Open question

De AVP vergoedt:
A
alle schade
B
alleen materiele schade
C
schade die je zonder opzet bij een ander veroorzaakt
D
schade die je bij jezelf zonder opzet veroorzaakt

Slide 17 - Quiz

Bij een oververzekering krijg je meer betaald dan de daadwerkelijke schade?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 18 - Quiz


Hoeveel euro krijgt je vergoed voor de schade? Geef de berekening.
Verzekerd voor: €35.500 nieuwwaarde : €42.000
Schade : €20.250

Slide 19 - Open question

Je inboedel heb je verzekerd tot een bedrag van €55.000. Je premie is 0,8 promille.

Hoeveel moet je aan premie betalen? Geef de berekening.

Slide 20 - Open question