Les B61 - 64

B61-64 Wind
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

B61-64 Wind

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen.
  •  Korte herhaling.
  • Uitleg.  
  • Werken aan PO. 
  • Afsluiting.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat het verschil is in hoge en lage druk en wat voor effect dit heeft op de wind. 

Je kan vertellen wat het coriolis effect is. 

Slide 3 - Slide

Onthoud:
Land warmt snel op en koelt snel af. 
Water warmt langzaam op en koelt langzaam af. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Boven zee:
Boven land
Koelt het snel af
Koelt het langzaam af
Warmt het snel op
Warmt het langzaam op
Lucht kan heel warm of heel koud worden

Slide 6 - Drag question

Een aflandige wind is...
A
Wind die waait vanaf het land
B
Wind die waait vanaf zee

Slide 7 - Quiz

Aflandige wind
Aanlandige wind
Wind vanaf zee richting land
Wind vanaf land richting zee
In de zomer minder warm
In de winter en zomer kouder
In de winter minder koud

Slide 8 - Drag question

Waar is het warmer, aan de linkerkant of aan de rechterkant van het Andesgebergte? Leg uit.

Slide 9 - Open question

timer
1:00
Wind

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Luchtdruk =
Het gewicht waarmee een kolom lucht op aarde drukt. 

Slide 13 - Slide

hogedrukgebied 
Teveel aan lucht. 

Er stroomt lucht weg over het oppervlak (wind) naar lagedrukgebied. 

Er komt aanvulling van lucht van boven in de vorm van dalende lucht.  

De lucht wordt warmer, wolken lossen op. (Dus blauwe luchten)

Slide 14 - Slide

Lagedrukgebied =
er is een tekort aan lucht. 

Er stroomt lucht over het oppervlak hier naartoe. 

De lucht gaat omhoog --> wolken. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

Slide 22 - Slide

Aan de slag met het PO

Slide 23 - Slide

Bij de evenaar is sprake van een
A
een lage druk
B
hoge druk
C
afwisselend hoge en lage druk

Slide 24 - Quiz

Bij lage drukgebieden is er sprake van
A
stijgende lucht
B
dalende lucht
C
afwisselend stijgende en dalende lucht

Slide 25 - Quiz

Wind waait
A
van het lage druk gebied af
B
naar het lage druk gebied toe

Slide 26 - Quiz

Op plaatsen met dalende lucht is er een
A
hoge druk
B
lage druk

Slide 27 - Quiz

Bij een hoge druk hoort
A
warm en zonnig weer
B
koud en zonnig weer
C
zonnig weer
D
warm weer

Slide 28 - Quiz

Hogedrukgebieden vind je
A
rond de evenaar
B
rond de 30 graden NB en ZB
C
rond de 60 graden NB en ZB

Slide 29 - Quiz

Bij de evenaar is er sprake van stijgende lucht. Hierdoor regent het veel bij de evenaar
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Door het corioliseffect
A
waait wind van hoge naar lage druk in een rechte lijn
B
waait wind van hoge naar lage druk met een afwijking naar rechts op het NH en naar links op het ZH
C
waait wind van hoge naar lage druk met een afwijking naar links op het NH en naar rechts op het ZH

Slide 31 - Quiz