NK 7e ed. H8 Les E1 online


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


Slide 1 - Slide

Kapitel 8
Aussehen

Slide 2 - Slide


Was haben wir letztes Mal gemacht?
informatie uit korte teksten halen

Doel:
-de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd gebruiken

Succescriteria:
-de betekenis kennen van de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen
-de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd gebruiken
-de persoonlijke voornaamwoorden in het enkelvoud gebruiken
-de persoonlijke voornaamwoorden in het meervoud gebruiken



Slide 3 - Slide

Wat betekent het werkwoord dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen
D
graag willen

Slide 4 - Quiz

kunnen
mogen
moeten
weten
können
dürfen
müssen
wissen
ich
kann-
darf-
muss-
weiß-
du
kannst
darfst
musst
weißt
er/sie/es
kann-
darf-
muss-
weiß-
wir
können
dürfen
müssen
wissen
ihr
könnt
dürft
müsst
wisst
sie/Sie
können
dürfen
müssen
wissen

Slide 5 - Slide


kunnen=können       Hier kannst du schöne Mode finden.
dürfen=mogen          Du darfst hier nicht essen.
müssen=moeten      Da muss ich aber lachen.
wissen=weten            Ich weiß, was ich haben möchte.

Slide 6 - Slide


Opdracht:​
 

NK Kap.8: Les E oef. 16, 17, 18, 19, 20 online maken (12 minuten)​

Als je klaar bent, ga je aan de slag met slim stampen (10 minuten)








Slide 7 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:​

NK Buch B: pag. 97 Grammatik leren​ 

Het huiswerk staat ook in magister!​

Slide 8 - Slide

Afsluiting:​

​Wat hebben we vandaag geleerd?​ 

Wat lukte al wel, wat nog niet?​ 

Waren de opdrachten duidelijk en goed te doen?​ 

Als je een vraag over het huiswerk zou hebben, wat zou dat dan zijn?​
 

Vooruitblik: in de volgende les de werkwoorden sollen, wollen, mögen en möchten in de tegenwoordige tijd gebruiken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide