Schoonmaken

Schoonmaken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schoonmaken

Slide 1 - Slide

Dweilen
Schoonmaken met een natte doek aan een stok

Slide 2 - Slide

Trekker
Een hulpmiddel om ramen mee droog te trekken.

Slide 3 - Slide

Stofzuiger
Dat is een apparaat waar je stof mee opzuigt

Slide 4 - Slide

Stofdoek
Is een doek die gebruikt wordt voor het afstoffen van meubels zodat de stof weg is.

Slide 5 - Slide

Kruimeldief
Een kleine handstofzuiger om kruimels op te zuigen

Slide 6 - Slide

Zeem
Een doek van leer waarmee je ramen droog maakt

Slide 7 - Slide

Schoonmaakhandschoenen
Die beschermen je handen tegen viezigheid en schoonmaakmiddel

Slide 8 - Slide

Vegen
Schoonmaken met een bezem zonder water

Slide 9 - Slide

Micro-organismen
Dat zijn kleine levende wezens die je niet met blote oog kunt zien (schimmels, bacterien).

Slide 10 - Slide

Droog schoonmaken
  • Stofzuigen
  • Vegen
  • Stof afnemen

Slide 11 - Slide

Nat schoonmaken
  • Stoffen met een natte doek
  • Dweilen
  • Schrobben
  • Ramen wassen

Slide 12 - Slide

Droog schoonmaken

Slide 13 - Mind map

Nat schoonmaken

Slide 14 - Mind map

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffen, stofzuigen, vegen
B
schrobben
C
Dweilen, moppen
D
ramen zemen

Slide 15 - Quiz

Wat gebruik je bij nat schoonmaken?
A
vegen, plumeau
B
vegen, kruimeldief
C
dweilen, moppen, schrobben, spons
D
handschoenen

Slide 16 - Quiz

de hardheid van het water heeft te maken met de hoeveelheid ......................in het water
A
steen
B
zand
C
kalk
D
chloor

Slide 17 - Quiz

hoe harder het water hoe ...................... wasmiddel je nodig hebt

Slide 18 - Open question

De waterhardheid in Gemert is 7,97 dH.
Dit is ................
A
zacht
B
hard
C
erg hard
D
tamelijk hard

Slide 19 - Quiz

dH staat voor ................

Slide 20 - Open question

Hoe lager het getal van dH hoe .............. het water

Slide 21 - Open question

als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
de stand van het strijkijzer
B
de hoogte van de strijkplank
C
het behandelingsetiket van het wasgoed
D
dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 22 - Quiz