Taal: Thema 6, week 1, les 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Taal: Thema 6, week 1, les 2.

Doel 42: Voorvoegsel

Verschillende voorvoegsels:

Verstuur een woord met het voorvoegsel
ge-

Verstuur een woord met het voorvoegsel
be-

Verstuur een woord met het voorvoegsel
ver-

Verstuur een woord met het voorvoegsel
ont- (niet on, maar ont!)

Her- betekent: opnieuw

test

test

test

test

Opnieuw bouwen

Opnieuw inrichten

Opnieuw trouwen

Verstuur een woord met het voorvoegsel
her-

-on betekent: slecht/verkeerd/niet

test

test

test

test

onkruid

Onkruid: verkeerd kruid

Onwel: niet wel, niet goed, niet lekker

Ongemak: niet op het gemak

Verstuur drie woorden met het voorvoegsel
on- (geen ont- maar on)

test

test

ondiep: niet diep

ongelukkig: niet gelukkig

hergebruik: opnieuw gebruiken

En nu aan de slag met Snappet!

Maak:

- opgave 1, 2 én 3 van les 2

- daarna maak je 10 opgaven in de +

    (doel 42 voorvoegsel)

Klik hier om afgeschoten te worden naar Snappet.