MC 1 - Uitscheidingsstelsel

De celfabriek
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

De celfabriek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stelsels

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Anatomie
TRIM 1 - Van cel tot organisme
TRIM 1 - Spijsvertering
TRIM 2 - Ademhaling
TRIM 2 - Uitscheiding
TRIM 2 - Transport 
TRIM 2 - Samenhang stelsels

Slide 3 - Slide

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.
Celademhaling 

Slide 4 - Slide

Waarom energie nodig?
Wat gebeurt er met de ademhaling bij inspanning? Hoe komt dit?
Uitscheiding
Proces waarbij 
- afvalstoffen 
- overmaat aan voedingsstoffen
vervoerd worden via het bloed naar bepaalde plaatsen in ons lichaam en daar verwijderd worden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nuttige stof
Afvalstof
water
suiker
urine
zuurstofgas
eiwitten
koolstofdioxide
zweet

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Welk orgaan is geen uitscheidingsorgaan
A
Longen
B
Nieren
C
Hart
D
Huid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De longen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

De huid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Zweetklieren

Slide 14 - Slide

In de huid vindt een stofuitwisseling plaats, via de zweetklieren kunnen stoffen ons lichaam verlaten.
Talgklier
opperhuid
lederhuid
vetlaag
zweetklier

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat zweet?

Slide 17 - Open question

Zweet bestaat uit water, afvalstoffen en zouten
Nieren
De nieren regelen de hoeveelheid
en samenstelling van lichaamsvloeistoffen.

De nieren filteren bloed en houden het zuiver.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Nieren
  • Boonvormig organen
  • ongeveer 12 cm lang en 6 centimeter breed
  • Hoog achter in de buikholte aan weerzijde van wervelkolom
  • Beschermd in niervet
  • Zuiveren bloed en produceren urine
  • Functies:
1) Schadelijke stoffen uit bloed filteren
2) Overtollig water (vochtbalans) zout en schadelijke stoffen afvoeren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nieren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

nier
urineleider
blaas
urinebuis
niermerg
nierschors
nierbekken

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Urine wordt gevormd en gaat naar?
A
de nierschors
B
het nierbekken
C
het niermerg
D
de urineleider

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzameld?
A
niermerg
B
nierschors
C
nierbekken
D
nierader

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Hier wordt urine opgeslagen
A
Lever
B
Nieren
C
Urineblaas
D
Milt

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions