zinsdeelzinnen

Welkom!
Vandaag:
Herhalen zinsdelen (toets deze week!)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag:
Herhalen zinsdelen (toets deze week!)

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag:
  • Herhaling toetsstof

Slide 2 - Slide

Zinnen ontleden
Hoe doe we dat ook alweer?
Even oefenen

Slide 3 - Slide

Een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm.
Een samengestelde zin heeft er twee (of meer).

Slide 4 - Slide

Hoofdzin
1. Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar. Er passen (bijna) nooit andere zinsdelen tussen.
2. De persoonsvorm staat voor in de zin als eerste of tweede zinsdeel.
Tip: Als je een vraagzin van de hele zin maakt, komt de hoofdzin vooraan te staan. (Natuurlijk alleen in gevallen van hoofdzin/bijzin)

Slide 5 - Slide

Bijzin
1. Tussen persoonsvorm en onderwerp kunnen wel andere zinsdelen staan, bijvoorbeeld het woordje 'niet'.
2. De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 1
Ik zit op de fiets en ik eet een lekker ijsje.
Dit is een samengestelde zin uit twee hoofdzinnen. Je ziet dat de persoonsvorm en het onderwerp in beide zinnen naast elkaar staan. Ook kan het woordje 'niet' niet tussen PV en O gezet worden.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 2:
Als ik op de fiets zit, eet ik graag een lekker ijsje.

1. Maak een vraagzin. Welke zin komt vooraan?
2. Even checken: kan het woordje 'niet' tussen pv en ow worden gezet in de hoofdzin? En in de bijzin?

Slide 8 - Slide

Zinsdeelzinnen

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 2
Als ik op de fiets zit, eet ik graag een lekker ijsje.
Dit is een samengestelde zin die uit een hoofdzin en een bijzin bestaat. In de hoofdzin staan PV en O naast elkaar en het woordje 'niet' kan daar niet tussen gezet worden. Bij de bijzin staat er een zinsdeel tussen de PV en het O. Als je een vraagzin van deze zin zou maken, dan komt de hoofdzin vooraan te staan.

Slide 10 - Slide

Zinsdeelzinnen
Zinsdeelzinnen kunnen de vorm van verschillende zinsdelen aannemen:
ow-zin
lv-zin
mv-zin
bwb-zin

Slide 11 - Slide

Noteren!
Een bijzin die je kan vervangen door:

...iets of iemand is een onderwerpszin of een lijdend voorwerpszin (ow- zin of lv-zin)
... aan jou, mij, hem, haar, etc. is een meewerkend voorwerpszin (mv-zin)
...dan, toen of daarom is een bijwoordelijke bijzin (bwb-zin)

Slide 12 - Slide

  • Degenen die te laat op school komen, moeten zich melden bij Elly.
  • Wat is de bijzin?

  • Bijzin kun je vervangen door personen (zij / de jongens / Elvira en Ruud / etc.)
  • Bijzin = ow-zin

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
  • Mijn moeder hielp mij altijd met Engels, omdat ik dat erg moeilijk vond.
  • wat is de bijzin?
  • Omdat ik dat erg moeilijk vond kun je vervangen door daarom(Daarom hielp mijn moeder mij altijd met Engels.)
  • Bijzin = bwb-zin

Slide 14 - Slide

Voorbeelden
  • Aan de mensen die op tijd komen, worden gratis kaasbroodjes uitgedeeld.
  • Wat is de bijzin?
  • Bijzin = Aan de mensen die op tijd komen.
  • Kun je vervangen door 'Aan hem' of 'Aan haar' of 'Aan hen'
  • mv-zin 

Slide 15 - Slide

Even oefenen
  • Wie meedoen met het voetbaltoernooi mogen eerder weg.
  • Wat is de bijzin?
  • Wie meedoen met het voetbaltoernooi mogen eerder weg.
  • Bijzin kun je vervangen door personen (zij / de jongens / Elvira en Ruud / etc.)

Slide 16 - Slide

Vragen?

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Opdracht  2 van paragraaf 11 bekijk je nog een keer en deze verbeter je waar nodig.
We bespreken de opdracht over 10 minuten klassikaal. 

Klaar?
Dan maak je opdracht 3 en 4. 

Slide 18 - Slide