22-01-2025

¡Bienvenidos!
  • En tu mesa:
  • Libro de texto (= tekstboek)
  • Libro de ejercicios (= werkboek)
  • Cuaderno (= schrift) 
timer
5:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
  • En tu mesa:
  • Libro de texto (= tekstboek)
  • Libro de ejercicios (= werkboek)
  • Cuaderno (= schrift) 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Hoy (= vandaag)
  • Huiswerk check
  • Huiswerk komende week
  • Regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen Lección 1
  • Aan het einde van lección 1 kun je praten over activiteiten die je thuis doet.
  • Aan het einde van lección 1 kun je activiteiten vergelijken.
  • Aan het einde van lección 1 kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 3 - Slide

Huiswerkcheck
  1. het paard
  2. ik hou helemaal niet van
  3. nadoen
  4. de kaart
  5. de hond
  6. vervelend, irritant
  7. slapen
  8. zwemmen
  9. de vis (levend)
  10. langzaam
Nakijken van huiswerkopdrachten
  • Wissel van werkboek met je buurman of buurvrouw.
  • Kijk het na en geef de ander een tip.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Opdr 1.
  1. Lucía vive en Lima.
  2. Lucía escucha música.
  3. Lucía estudia inglés.
  4. Lucía toca el saxo.
  5. Lucía dibuja en su cuaderno.
  6. Lucía lee cómics.
  7. Lucía come chocolate
  8. Lucía escribe poemas.
  9. Lucía chatea con amigos
  10. Lucía bebe soda
Opdr. 2 
estudiar - sí Noelia
chatear - sí Juan
comer en su habitación - no - Román
tocar la guitarra - sí Laura
escuchar música - sí Santi
dibujar - sí Bea

Slide 5 - Slide

Opdr. 4
Por ejemplo 
  • Leo libros cada noche antes de dormir.
  • Chateo con mis amigos.
  • Estudio español.
  • Escucho música de Bad Bunny.
Opdr. 8 
  1. toco
  2. vive
  3. hablan
  4. comemos
  5. lees
  6. escribo
  7. bebes
  8. estudian
  9. toco, baila
  10. vivís
  11. leen

Slide 6 - Slide

Deberes esta semana
  • Estudiar (leren): Libro de texto (tekstboek) p. 130: Autorretrato animal, mi mapa mental, La Ventana, Cuestionario cultural. Zie ook StudyGo lijst Unidad 2 Semana 4
  • Hacer (maken):  Libro de ejercicios p. 30-31 ej. 9, 10, 11, 12

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vervoeg de 3 werkwoorden die hieronder staan
trabajar
leer
recibir
yo
él/ella
nosotros
vosotros
ellos/ellas
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Practicar
  • ¿Qué? Oefen het gebruiken van de werkwoorden in ejercicio 6 de tu libro de ejercicios (p. 29). Vul de zinnen aan met het juiste werkwoord.
  • ¿Cómo? Alleen of met je buurman/vrouw
  • ¿Tiempo? 5 minutos
  • ¿Pregunta? Kijk eerst of je er samen uit komt. Lukt dit niet, steek dan je vinger op dan kom ik jullie helpen.
  • ¿Listo? Ga bezig met het leerwerk voor deze week.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

  • (A mí) me gusta dormir. 
  • (A mí) me gusta ir de shopping.
  • (A mí) me gusta salir de noche.
  • (A mí) no me gusta jugar al fútbol.
  • (A mí) no me gusta limpiar.
  • (A mí) no me gusta ...

Slide 11 - Slide

Eens of oneens
  • Eens:
  • A mí también = ik ook
  • A mí tampoco = ik ook niet

  • Oneens
  • A mí sí = ik wel
  • A mí no = ik niet 

Slide 12 - Slide

La próxima vez
  • Werkwoord gustar
  • también - tampoco 

Slide 13 - Slide