3H - les 3

Programa
  1. Clases anteriores
  2. Controlar los deberes
  3. Vraagwoorden
  4. Bijvoegelijk naamwoord
  5. Ontkenning
  6. Deberes
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programa
  1. Clases anteriores
  2. Controlar los deberes
  3. Vraagwoorden
  4. Bijvoegelijk naamwoord
  5. Ontkenning
  6. Deberes

Slide 1 - Slide

Clases anteriores

Uitspraak
Lidwoorden
Bezit. vnw

Slide 2 - Slide

Controlar los deberes
Leren: roze wwblad 1-24 (SP-NL)

Afmaken: opdracht 1 tot 13

Slide 3 - Slide

Vraagwoorden
EB. pag 26-27 ej. 14-17

- Dragen ALTIJD een ACCENT
- Er komt altijd een ¿ voor de zin en een ? achter de zin

Slide 4 - Slide

Bijv. naamwoord
Een woord wat iets zegt over het zelfstandig naamwoord.
- Past zich altijd aan het zelfst. nw --> ENK/MV/MNL/VRL

VB.
Het mooie meisje - la chica bonita
De mooie meisjes - las chicas bonitas

De knappe jonge - el chico guapo
De knappe jongens - los chicos guapos

Slide 5 - Slide

-e of medeklinker
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)
bijvoorbeeld: azul (blauw), genial (geniaal)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e óf een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la mesa azul (de blauwe tafel)

Slide 6 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes

  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!
                                                                                                                                                            EB pag 28-29 ej 18-21

Slide 7 - Slide

Ontkenning
- Woordje 'NO' staat altijd VOOR het werkwoord. VB NO hablo/ NO me gusta/ NO estudio.

- Soms gaat het in het Spaans ook met een dubbele ontkenning: (of begin vd zin)
nadie = niemand
nada = niks      
nunca = nooit

vb. wij eten nooit pasta - 
        NO comemos NUNCA pasta
*Ontkenning NO - werkwoord - dubbele ontkenning - rest zin*

EB pagina 30-31 ej 22-24

Slide 8 - Slide

A practicar

Verbuga: Werkwoorden – Allemaal, regelmatig. Tijden - presente --> KLIK HIER


Klaar? -  WW oefenen op studyspanish --> KLIK HIER


Slide 9 - Slide

Deberes
Leren: roze wwblad 1-25 (SP-NL)
Leren: voca 4.1 (NL-SP)
Afmaken: opdrachten tot en met 24

Slide 10 - Slide