HM2 Hoofdstuk 1 onderdeel C / possession

Week 4 les 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Week 4 les 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

  • Uitleg possession
  • Leren voor de toets + vragen stellen
LET OP: ALLE OPDRACHTEN WORDEN DIGITAAL GEMAAKT TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN

Slide 2 - Slide

PLENDA
Leren voor de toets!
Leer de woorden eventueel via Blooket of StudyGo
Maak de opdrachten die bij de grammatica horen nog een keer in het boek met potlood en check de goede antwoorden online in de methode
Stel vragen als je iets niet snapt!!!!!

Slide 3 - Slide

Homework
De formatieve toets gemaakt vorige les!!
Opschrijven waar je de komende week nog aan moet werken!!

Slide 4 - Slide

adjectives
I        ---     my
you     ---   your
he    ---   his
she   ----   her
it    ----   its
we    ---   our
you   ---   your
they    ---   their

Slide 5 - Slide

You have a house. It's ... house
A
my
B
your
C
his
D
its

Slide 6 - Quiz

I have a laptop. It's ... laptop
A
your
B
their
C
our
D
my

Slide 7 - Quiz

Possessive pronouns
my
mijn
You are my friend
Jij bent mijn vriend
your
jouw
I like your phone
Ik vind jouw telefoon leuk
his
zijn
His sister is sweet
Zijn zus is lief
her
haar
She pets her cat
Zij aait haar kat
its
zijn of haar (van dingen en dieren)
The cat licks its tail
De kat likte zijn/haar staart
our
ons / onze
We like our school
We vinden onze school leuk
your
jullie
I hate your ringtones
Ik haat jullie ringtones
their
hun
They read their books
Zij lezen hun boeken

Slide 8 - Slide

Use the correct possessive pronoun:
Is this ... umbrella?
A
your
B
yours
C
hers
D
them

Slide 9 - Quiz

Maak gebruik van de possessive pronouns:
I met ________ mother (haar).
A
mine
B
theirs
C
ours
D
her

Slide 10 - Quiz

Possessive pronouns:
... (hun) house is over there.
A
their
B
theirs
C
they
D
them

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Choose the genitive form

_______ (my uncle/ neighbour) has a really friendly dog.
A
My uncles' neighbour
B
The neighbour of my uncle
C
My uncles's neighbour
D
My uncle's neighbour

Slide 13 - Quiz

Choose the genitive form

______ (my parents/ cars) have been parked across the street.
A
My parents' cars
B
My parents's cars
C
The cars of my parents
D
My parents cars

Slide 14 - Quiz

Work alone
Maak opdracht 30 en 31 nog een keer!!
Daarna leren voor de formatieve toets volgende week.
Leer de woorden via Blooket of StudyGo
Doe de grammatica opdrachten nog een keer in jouw boek en kijk ze na met de antwoorden die online staan.
Stel vragen, nu kan het nog!
Leer de woorden/zinnen/grammatica voor de oefentoets volgende week!

Slide 15 - Slide