th1b - 2 april

Goedenmorgen th1b
2 april
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedenmorgen th1b
2 april

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord
  • Uitleg voorzetsel
  •  Opdrachten (samen) maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoel:
Vandaag leren jullie wat het bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord en voorzetsel is en hoe jullie deze kunnen vinden.

Slide 3 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is het?

Wat doet het in een zin?

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in een zin?

Slide 4 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het geeft extra informatie. 

Wat is het zelfstandig naamwoord ook alweer?

'Heb jij die fiets gezien?'                   'Heb jij die rode fiets gezien?'

Slide 5 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Stoffelijk? Wat is dat?


Slide 6 - Slide

Even oefenen
Zoek het bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord.

1. De rode auto staat in de straat.
2. Dian schreef een keurige mail.
3. Het oude huis staat op een berg.
4. Die vervelende files zorgen vaak voor getoeter.
5. Haastige spoed is zelden goed.

Slide 7 - Slide

Het voorzetsel
Wat is het?

Waar in de zin staat het?

Slide 8 - Slide

Het voorzetsel
Het voorzetsel kan voor 'de kast' en 'de vakantie'.

1. De kat zit op de kast.
2. Hij werd ziek tijdens de vakantie. 

Slide 9 - Slide

Het woordje 'te'
Is ook een voorzetsel!

Bijvoorbeeld: 'De kat lag te spinnen.'

Slide 10 - Slide

Even oefenen
Zoek de voorzetsels.

1. In de kast staat de snoeppot.
2. De krant ligt naast de bank.
3. Ik zat met mijn hoofd tussen de deur.
4. Hij woont aan de haven.
5. De inbreker stond achter de deur. 

Slide 11 - Slide

Opdracht zn, bn en vz.
Rond 12.30 uur kwam er iemand naar buiten met een oranje jas. Dit was hoogstwaarschijnlijk de vierde gegijzelde man die nog binnen was. Anderhalf uur eerder waren al drie mensen uit het grote café 'Petticoat' komen lopen. Het drietal was erg geschrokken en werd opgevangen door de speciale politie-eenheden. Ze droegen blauwe jasjes met de naam van het café erop.

Slide 12 - Slide

Opdracht zn, bn en vz.
Rond 12.30 uur kwam er iemand naar buiten met een oranje jas. Dit was hoogstwaarschijnlijk de vierde gegijzelde man die nog binnen was. Anderhalf uur eerder waren al drie mensen uit het grote café 'Petticoat' komen lopen. Het drietal was erg geschrokken en werd opgevangen door de speciale politie-eenheden. Ze droegen blauwe jasjes met de naam van het café erop.

Slide 13 - Slide

Samen opdracht 4abc maken.
Paragraaf 4.7

Slide 14 - Slide

Het huiswerk
Opdracht 5, 6, 8 en 9 van paragraaf 4.7.

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Wat was het leerdoel?

Hoe ging het zelfstandig werken?

Slide 16 - Slide