3 mavo - phrases-clés G

Bienvenue MAVO 3!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue MAVO 3!

Slide 1 - Slide

Avez-vous passé des bonnes vacances?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Décris en trois phrases une journée de tes vacances.

Beschrijf in drie zinnen een dag in jouw vakantie.

Slide 3 - Open question

PROGRAMME
Phrases-clés G

Aan het eind van de les:
- kun je vertellen wat je leuk vindt om te doen en waarom;
- kun je vertellen wat je niet leuk vindt om te doen;

Slide 4 - Slide

Phrases-clés G
Qu'est-ce que tu aimes faire?
Pourquoi tu aimes ça?
Qu'est-ce que tu n'aimes pas faire?

Slide 5 - Slide

5

Slide 6 - Video

01:02
Qu'est-ce qu'il aime faire?

Slide 7 - Open question

01:22
Où habitent ses parents?

Slide 8 - Open question

02:44
Welke vraag werd haar gesteld? En wat was haar antwoord daarop?

Slide 9 - Open question

03:54
Qu'est-ce qu'il aime faire à la maison?

Slide 10 - Open question

04:34
Qu'est-ce qu'il aime faire pendant les weekends?

Slide 11 - Open question

Phrases-clés G
Des activités
  • Maak een lijstje met zoveel mogelijk activiteiten.
  • Binnen 3 minuten.
  • In tweetallen.

timer
3:00
aller à la salle de sport, faire les devoirs, etc...

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Phrases-clés G
Page 80-81

Slide 14 - Slide

Phrases-clés G
Page 80-81

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Au travail
Faire:
Exercice 29a, 29b, 29c, 29d, 30c, 30e page 82-84

Apprendre:
Phrases-clés G page 88
-> op teams staan de links naar quizlet!

Slide 17 - Slide

Le présent
Le passé composé
tu as fini
nous réflechissons
il a choisi
elle rougit
ils ont rempli
je grandis
vous avez réagi
tu finis
elles remplissent
il a rougi
je réussis
j'ai réussi
nous avons choisi

Slide 18 - Drag question

Wat valt je op?
Pak je aantekeningenschrift erbij en noteer.

Slide 19 - Slide

GRAMMAIRE D
finir
réfléchir
réussir
remplir
grandir
choisir
rougir

le présent
le passé composé
je finis
j'ai fini
tu finis
tu as fini
il/elle/on finit
il/elle/on a fini
nous finissons
nous avons fini
vous finissez
vous avez fini
ils/elles finissent
ils/elles ont fini

Slide 20 - Slide

Au travail
Exercice 31 page 84
Welke zin hoort bij welk plaatje? Combineer en vertaal de zin naar het Frans.
  1. Twee weken daarna heeft Samir zijn rij-examen gedaan en hij is geslaagd!
  2. Morgen doet Samir zijn theorie-examen. Nu is hij klaar met leren.
  3. De ouders van Samir gaan een scooter voor Samir kopen. Hij kiest een mooie scooter.
  4. Het examen is moeilijk. Samir denkt goed na voordat hij antwoord geeft.

Slide 21 - Slide

Au travail
Exercice 30b page 84

Slide 22 - Slide

Le présent
je
tu
il/elle/on

nous
vous
ils/elles
finis
choisis
finissons
réfléchit
finissez
choisissent
finit
grandit
grandis
remplissons
réussissent
rougissez
remplis
finissent
choisissons
grandissent

Slide 23 - Drag question