This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Slide 1 - Slide
Leerdoel vorige les
Je kent de vijf basisprincipes van de evolutietheorie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat betekent survival of the fittest?
A
Natuurlijke selectie
B
Dat de sterkste overleeft
C
Dat de best aangepaste overleeft
D
Kunstmatige selectie
Slide 6 - Quiz
De aanwezigheid van een CF-gen heeft niet alleen nadelen, maar ook een voordeel. Dragers van het CF-gen zijn beschermd tegen cholera. Het CF-gen blijkt veel meer voor te komen in gebieden waar al vele generaties lang regelmatig cholera heerst, dan in choleravrije gebieden.
Hoe heet het proces waarbij de omgeving bepaalt welke individuen de meeste nakomelingen krijgen?
Slide 7 - Open question
Welke twee factoren hebben invloed op de fitness van een individu
Slide 8 - Open question
Leerdoel deze les
Je kan in een context uitleggen hoe soortvorming werkt
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Bekijk het plaatje. Leg uit of er hier sprake is van één soort of niet
Slide 11 - Open question
Leerdoel deze les
Je kan uitleggen hoe soorten zijn ontstaan
Je kant verwantschap aangeven tussen soorten d.m.v. cladogrammen
Slide 12 - Slide
Verwantschap: cladogram
Leerdoel
Je kant verwantschap aangeven tussen soorten d.m.v. cladogrammen
Slide 13 - Slide
Leerdoel
Je kant verwantschap aangeven tussen soorten d.m.v. cladogrammen
Slide 14 - Slide
Leerdoel
Je kant verwantschap aangeven tussen soorten d.m.v. cladogrammen
Slide 15 - Slide
Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar
1. Zowel de Aziatische als de Afrikaanse olifant heeft zich ontwikkeld uit de Moeritherium.
2. De Wolharige mammoet is uitgestorven in het Pleistoceen.
Slide 16 - Slide
Zijn de volgende uitspraken waar/niet waar?
A
1 = waar
2 = waar
B
1 = waar
2 = niet waar
C
1 = niet waar
2 = waar
D
1 = niet waar
2 = niet waar
Slide 17 - Quiz
Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit ‘oer-olifantachtigen’ die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden.
Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het Plioceen volgens de stamboom?
Slide 18 - Slide
Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het Plioceen volgens de stamboom?
Slide 19 - Open question
Stamboom (mens) apen
Mensapen hebben geen staart
Mensapen hebben opponeerbare duimen
Mensen stammen dus niet af van chimpansees, we hebben slechts een gezamenlijke voorouder
Slide 20 - Slide
Evolutie van de mens
Wat valt op aan de vorm van de schedel?
Wat valt op aan de herseninhoud?
Wat valt op aan de houding van de moderne mens?
Slide 21 - Slide
Evolutie van de mens
Wat valt op aan de vorm van de schedel? Kleinere kaak
Wat valt op aan de herseninhoud? Veel groter geworden
Wat valt op aan de houding van de moderne mens? Rechtop gaan staan
Slide 22 - Slide
Aan het werk
Wat? Maak opg 7 t/m 12 van paragraaf 12.3 (huiswerk voor volgende les) Wat? Maak opg 1 t/m 6 van paragraaf 12.4
Wanneer? Nu
Hoe? Papieren werkboek of online
Klaar? Ga oefenen op biologiepagina.nl -> havo 3 -> erfelijkheid en evolutie -> oefenen -