Afsluiting hfst. 4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

De wereldoorlogen

Afsluiting

Wat gaan we doen deze les?

Afronden hfst. 4 -> stand van zaken?

Filmpje verhalen Nederlanders in WOII afkijken

Vragen over WOI, het Interbellum en WOII

Werken aan de opdrachten van hoofdstuk 4.

Hulp nodig bij de opdrachten van hoofdstuk 4?

Evt. kun je ook inschrijven voor KWT!

Hfst. 4 volgende week alles ingeleverd. 

In de les starten we volgende week met hfst. 5!

jeugdjournaal.nl

2Ta filmpje vanaf 19:36

2Tb filmpje vanaf

Vragen over de Eerste Wereldoorlog, het Interbellum en de Tweede Wereldoorlog.

De Eerste Wereldoorlog duurde van...

1. 1914 - 1917
2. 1914 - 1918
3. 1939 - 1945
4. 1940 - 1945

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak

1. nationalisme
2. opkomst van Hitler
3. militarisme
4. bondgenootschappen

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?

1. De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
2. De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
3. De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
4. De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Er worden vier begrippen uitgelegd. Drie definities zijn fout. Welk begrip wordt goed uitgelegd?

1. Een totale oorlog is een oorlog waarbij niet alleen het leger, maar de hele samenleving betrokken is.
2. Modern imperialisme is het veroveren van gebieden in andere werelddelen om militaire redenen, en omdat het aanzien en macht oplevert.
3. Nationalisme is trots zijn op je eigen leger.
4. Een wapenwedloop is een 'wedstrijd' tussen landen wie het eerst zijn wapens aan het front kan hebben.

Je kent het verschil tussen oorzaak en aanleiding. Twee zinnen daarover:

I De aanleiding heeft altijd met geweld te maken. Het is een oorlog, of een moord, of een vechtpartij. Oorzaken hebben niet altijd met geweld te maken.
II De aanval van Duitsland op België en Frankrijk was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog

1. Zin I is juist, zin II is onjuist.
2. Zin I is onjuist, zin II is juist.
3. Zin I en II zijn allebei juist.
4. Zin I en II zijn allebei onjuist.

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?

1. zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
2. zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
3. voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
4. voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in West-Europa een loopgravenoorlog uitgevochten

1. waar
2. niet waar

Wat stond er in de Vrede van Versailles?

Het Interbellum is de periode
tussen … en ...

1. 1919-1933
2. 1919-1939
3. 1900-1945
4. 1900-1919

De dolkstootlegende houdt in dat

1. Duitsland geen wapens meer kon maken
2. Duitsland verraden is door haar regering
3. Duitsland een goede staalindustrie heeft
4. DU en Oost.-Hongarije bondgenoten zijn

Tijdens de Republiek van Weimar was er veel strijd tussen...

1. de kapitalisten en de communisten
2. de republikeinen en de monarchisten
3. de Duitsers en de Fransen
4. de communisten en de nationaal-socialisten

Inflatie betekent...

1. Dat je geld minder waard wordt
2. Dat je geld meer waard wordt
3. Dat je minder kunt kopen voor je geld
4. Dat je minder verdient

Waar begon de crisis van de jaren '30?

1. Duitsland
2. Verenigde Staten
3. Nederland
4. Niet speciaal in 1 land

Wanneer brak de economische crisis uit?

1. 1919
2. 1929
3. 1939
4. 1940

De economische crisis trof Duitsland extra zwaar omdat...

1. Duitsland geen kolonies had
2. Duitsland geld moest betalen aan FR en GB
3. Duitsland geen geld meer kreeg van de VS
4. Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Noem een oorzaak van het uitbreken van de economische crisis

Wat is geen oorzaak van de crisis van 1929?

1. the run on the bank
2. graanprijs daalt
3. zwarte donderdag
4. grote werkloosheid

Hoe noem je het als het lange tijd slecht gaat met de economie?

1. beurskrach
2. dipje
3. crisis
4. depressief

Van welk land is dit de vlag?

1. Duitsland
2. Engeland
3. Sovjet Unie
4. Frankrijk

Bekijk de afbeelding

Wie is dit en bij welke politieke stroming hoort hij?

1. Lenin, communisme
2. Lenin, liberalisme
3. Stalin, liberalisme
4. Stalin, communisme

Stalin bepaalde hoeveel erin 5 jaar gemaakt werd en wat er gemaakt werd. Dit past bij...

1. vrijemarkteconomie
2. planeconomie
3. vijfjaren-economie

Wie is deze man?

1. Benito Mussolini
2. Adolf Hitler
3. Joseph Stalin
4. Anton Mussert

In welk land wordt deze man verkozen tot politiek leider?

1. Groot Brittannië
2. Oostenrijk
3. Duitsland
4. Sovjet Unie

Noem 2 oorzaken voor het succes van Hitler

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.

1. De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
2. De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
3. De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
4. De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

1. in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
2. in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
3. in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
4. in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

1

2

3

4

De Vrede van Versailles 

Duitsland drukt geld bij

Frankrijkvalt het Rührgebied binnen

Hyperinflatie in Duitsland 

Amerika

Duitlsand 

Frankrijk

Leent geld uit aan 

Betaalt herstelbetalingen aan

Betaalt oorlogsschulden aan 

De economie van Amerika in de jaren '20 was onverwoestbaar

1. Waar
2. Niet waar

Wat is niet een kenmerk van het fascisme?

1. Antidemocratisch
2. Totalitair
3. Liberaal
4. Gewelddadig

Welke van de volgende personen waren leiders van de Sovjet Unie?

1. Stalin
2. Franco
3. Zjoekov
4. Lenin

Wie kwamen er in concentratiekampen terecht?

1. joden
2. politieke tegenstanders
3. allebei

De Holocaust is de naam voor de genocide van ...?

1. de joden
2. de ariërs
3. de Duitsers
4. de Nederlanders

Op de stranden van welk land landden de geallieerden om Europa te bevrijden?

1. Groot-Brittannië
2. Frankrijk
3. Duitsland
4. België

Waarvoor staat de "D" in D-day?

1. Deliberation
2. Doubt
3. Death
4. Decision

Door welk land werd Duitsland in het Oosten teruggedrongen?

1. Polen
2. Sovjet Unie
3. Oostenrijk
4. Groot Brittannië

Stelling: De eerste maanden van de oorlog vonden de meeste Nederlanders dat de bezetting wel meeviel

1. Waar
2. Niet Waar

Nederland bleef neutraal omdat.....

1. Nederland een bondgenootschap had met Engeland
2. Nederland had een zwak leger
3. Nederland wilde Duitsland in de rug aanvallen
4. Nederland mocht niet mee doen aan de oorlog van Duitsland

Wanneer was de Tweede Wereldoorlog in Nederland?

1. 1938-1945
2. 1940-1948
3. 1940-1945
4. 1938-1948

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:

1. 10 mei 1944
2. 10 mei 1945
3. 5 mei 1945
4. 4 mei 1945

Jij weet nu best veel over de Tweede Wereldoorlog. Kijk goed naar de tekeningen en zet
ze in de goede volgorde

1

2

3

4

5

Wat is volgende week ingeleverd?

Per paragraaf een samenvatting, keuze-

opdracht, filmpje of de opdrachten in GWP zijn gemaakt.

Per paragraaf wordt beoordeeld wat je hebt

ingeleverd. 

                       Je hebt deze week nog de tijd om e.e.a. af te ronden.                         Volgende week starten we met het nieuwe                                               hoofdstuk.

Schrijf 3 dingen op die je voor deze lessenreeks nog niet wist over de tijd van wereldoorlogen.

Wat zou je nog willen weten over
de tijd van wereldoorlogen?

Hoe goed ben je nu op de hoogte van de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog, het Interbellum en de Tweede Wereldoorlog?