Genexpressie BS6

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BS6: Genetische variatie
Je kunt verschillende typen mutaties beschrijven
Je kunt de uitwerkingen van mutaties beschrijven

Slide 2 - Slide

Wat is een mutatie?
  • Een mutatie is een verandering in een DNA-sequentie.

Slide 3 - Slide

puntmutatie

Een verandering in 1 nucleotidepaar ->
- Verkeerde base-substitutie
- extra base-insertie
- base overgeslagen-deletie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Genoommutaties
Aantal chromosomen in een cel is veranderd.
Dit kan doordat bij mitose of meiose een chromosomenpaar bij elkaar blijft.

Slide 6 - Slide

genoommutatie
Voorbeeld: Syndroom van Down.
Hierdoor een kenmerkend uiterlijk en vaak een achterstand in geestelijke ontwikkeling.

Slide 7 - Slide

Oorzaak mutaties
  • DNA-kopieerfouten gemaakt tijdens celdeling (DNA-replicatie, mitose, meiose)
  • Blootstelling aan ioniserende straling (gammastraling, röntgenstraling)
  • Blootstelling aan UV-licht
  • Blootstelling aan chemicaliën die mutagenen (carcinogenen) worden genoemd
  • Infectie door virussen
  • Chemische instabiliteit van purines en pyrimidines (zeer lage frequentie)
Fukushima,  2011

Slide 8 - Slide

Effecten van mutaties
  • Neutraal
  • Negatief
  • Positief

Slide 9 - Slide

Effecten van mutaties
Geen gevolgen als:
  • gen niet actief
  • werking eiwit veranderd niet door mutatie
  • mutatie op  recessief allel
  • in niet coderend gebied

Slide 10 - Slide

Effecten mutaties
Voordeel: mutaties leiden tot genetische variatie binnen soorten. Ze zijn de primaire bron voor evolutie.
- Mutaties kunnen leiden tot bepaalde (nieuwe) eigenschappen van individuen die hen zouden kunnen helpen zich aan te passen aan bepaalde (veranderende) omstandigheden.

Nadeel: mutaties kunnen kanker veroorzaken.

Slide 11 - Slide

Effecten mutaties (negatief)

Geslachtscel, bevruchte eicel of cel van embryo-> groot effect.

In tumorsupressorgen of in 
proto-oncogen (oncogen)

Slide 12 - Slide

Tumorsupressorgen
Dit gen maakt enzymen die mutaties oplossen vóórdat de cel zich daadwerkelijk deelt.

Als er teveel foutjes zijn gemaakt/als deze niet meer kunnen worden hersteld zorgen de enzymen ervoor dat de cel overgaat tot geprogrammeerde celdood (apoptose)

Slide 13 - Slide

DNA-repairsysteem

Slide 14 - Slide

Celdeling
Cellen delen zich met redelijk vaste tussenpozen.
Het ene type cel deelt sneller dan het andere type cel.
Soms kunnen cellen zich ongeremd gaan delen. Dit kan als er een mutatie is geweest in het tumorsupressorgen en in een proto-oncogen.
Dit gen heeft invloed op de celdeling. 
Door mutatie veranderd het in een oncogen -> ongeremde groei en deling.

Slide 15 - Slide

Tumor
Door snelle deling ontstaat een gezwel (tumor).
Als deze langzaam groeit en niet uitzaait noemen we dit goedaardig. Deze kan worden weggehaald en komt dan meestal niet meer terug.

Slide 16 - Slide

Kanker
De eerste tumor kan operatief worden verwijderd.

Uitzaaiingen (metastase) zijn lastiger te verwijderen, omdat ze vaak kleiner zijn.

Bestraling- lokaal-tumorcellen dood door overmaat aan DNA schade

Chemotherapie- hele lichaam-snel delende cellen dood, door remming celdeling

Slide 17 - Slide

Genetische variatie door recombinatie & crossing-over

Slide 18 - Slide

Genetische variatie door recombinatie & crossing-over

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Recombinatie

Slide 21 - Slide

Genetische variatie door recombinatie & crossing-over

Slide 22 - Slide

Genetische variatie door recombinatie & crossing-over
  meiose





  mitose

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maken begrippenlijst
en 
Opgaven 39-47

Slide 26 - Slide