Karin is aan het sparen voor een nieuwe Playstation.
Ze heeft in haar spaarpot al €200,-. Bij haar zomerbaantje verdient zij €7,50 per uur.
De formule die zij gebruikt om haar spaargeld te berekenen, is:
Spaargeld in euro's = 7,50 × tijd in uren + 200
A. Spaargeld bij 20 uur: Spaargeld in euro's = 7,50 × 20 + 200 = 350 euro
B. Letterformule: S = 7,50 × t + 200
C. Tabel invullen.
D. Lineair verband, want er komt steeds evenveel bij (gelijke toename)