This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Nederlands
Slide 1 - Slide
Vandaag
Doel: Je weet aan het einde van de les wat meningen en feiten en argumenten zijn.
Slide 2 - Slide
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 3 - Quiz
FEITEN OF MENINGEN?
Slide 4 - Slide
Uitleg: feit, mening, argumenten
Slide 5 - Slide
Superhandig, die stuurverwarming
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 6 - Quiz
Feit, mening of argument? De toets was lastiger dan ik had verwacht.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quiz
Opdracht
Deze opdracht telt mee als een proefwerk!
Slide 8 - Slide
stap 1
Je kiest een onderwerp.
Over dat onderwerp kan je veel vinden in het nieuws.
Bijvoorbeeld: politie en macht, abortus, plastic soep, klimaatverandering.
Slide 9 - Slide
Wat voor onderwerp heb jij in gedachten?
Slide 10 - Mind map
Stap 2
Je zoekt 4 krantenartikelen.
Deze artikelen hebben in elk geval 400 woorden.
Ieder artikel is van afkomstig van een andere bron.
Slide 11 - Slide
Stap 3
Je haalt de moeilijke woorden uit de tekst en schrijft de betekenissen erbij.
Je beschrijft bij iedere tekst de hoofdgedachte.
Je schrijft je eigen mening per artikel en noemt daarbij een argument.
Slide 12 - Slide
Stap 4
Je schrijft een eigen artikel naar aanleiding van de artikelen die je hebt uitgezocht. Het artikel is informerend en overtuigend. Dus je geeft informatie en je laat je mening naar voren komen.
Slide 13 - Slide
Stap 5
Je maakt een mooi voorblad met je naam, klas en onderwerp erop.
Je doet je artikelen en uitwerking in een mapje en je levert het in.
Slide 14 - Slide
Stap 6
Je presenteert je onderwerp in de klas.
Dat wordt ingepland. Over de presentatie volgt nog een les.