Betoog havo3 extra materiaal

Schrijfvaardigheid
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Slide

Het betoog

Slide 2 - Slide


Een betoog heeft als tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 3 - Quiz


Wat moet je als schrijver doen als je tekstdoel overtuigen is?
A
Je legt uit en geeft vooral feiten
B
Je probeert een mening te geven met argumenten.
C
Je probeert lezers te overtuigen iets te gaan doen.
D
Je schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 4 - Quiz

Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft aan of hij het eens of oneens is met de stelling.
Betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling. De stelling moet duidelijk worden in de inleiding. Ook je korte mening.
Een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
In een betoog geef je in het midden aan waarom je het eens of oneens bent met de stelling.

Slide 5 - Slide

Een stelling:
  • is een zin waarover je van mening   kunt verschillen.
  • is niet te lang.
  • bevat geen ontkenning.

Slide 6 - Slide

Argumenten:
  • zijn redenen voor je mening.
  • je ondersteunt ze met voorbeelden.

Slide 7 - Slide

  • Tekstdoel van een betoog is overtuigen.
  • Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
  • Over een stelling kun je van mening verschillen.   
  • Om je mening duidelijk te maken, gebruik je argumenten   of redenen.
  • Bij elk argument geef je voorbeelden.
Samengevat

Slide 8 - Slide

Indeling betoog:

inleiding met stelling en korte mening.
alinea 2- eerste argument met uitleg.
alinea 3- tweede argument met uitleg.
alinea 4- tegenargument en weerlegging
slot- je vat je argumenten kort samen en geeft een afsluitende zin.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld inleiding: Games zijn verslavend.

Slide 10 - Slide

Geef je buurman of buurvrouw 1 tip en 1 top
Inleiding
Duidelijke inleiding? Leuke beginzin?
Midden
Zijn er in ieder geval 2 alinea's met per alinea 1 argument?
Slot
Staat er een samenvatting in het slot van het middenstuk?
Geef feedback
Spreek het samen door.
Titel
Staat er een titel boven de tekst?

Slide 11 - Slide

Kijk je tekst zelf nog eens na op:
Inleiding
Leuke beginzin, duidelijk wat de stelling is, je hebt aangegeven of je met de stelling eens bent of niet.
Midden
Bestaat in ieder geval uit 2 alinea's.
1 alinea per argument,waarbij elk argument met voorbeelden wordt uitgelegd.
Slot
Hierin geef je (in andere woorden dan in het middenstuk) een heel korte samenvatting van je argumenten en een slotzin.
Spelling
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Bekijk daarna elk werkwoord in elke zin. Bekijk de regels van tt en vt. Pas spelling aan.

Slide 12 - Slide