Les 6 - Duo's en dialogen

• Drama
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

WEEKTHEMA: ZWAK of STERK (part 2)

WEEKTHEMA: ZWAK OF STERK?

WEEKTHEMA: ZWAK OF STERK?

Stephen Hawking

WEEKTHEMA: ZWAK OF STERK?

• Ken jij mensen met een handicap? Vind je hen zwak of sterk? Waarom?
• DENKVRAAG: Ben je sterk als je goed om kan gaan met je handicap?
  Of kan je er goed mee omgaan omdat je geen keuze hebt?

WARMING UP!

WARMING UP!

IN DEZE LES:

• gameshow !!! improvisatie in duo's
• wie heb ik aan de lijn? (dialogen voeren)
• ....

Superpower!

Gameshow

• Jullie doen (in tweetallen) mee aan een talentenshow.
• In deze show presenteren jullie je bijzondere talent aan het publiek 
• je klasgenoten zijn het publiek en je docent is de presentator.

Groepjes

Welke groepjes maken we?

Je docent draait aan het rad en schrijft de groepjes op het bord. 

GO - GO - GO !!

• Bedenk een scène van een paar minuten waarin jullie je publiek doen verbazen!!

Welkom bij de show!!!!

GASTLES Jordan en Sven

HET TELEFOONGESPREK

Dialoog in de vorm van een telefoongesprek

Een telefoongesprek schrijven en spelen

Voorbeelden uit bekende films

0

Stap 1: Spelgegevens uitwerken

Bedenken en schrijven van een dialoog in de vorm van een telefoongesprek:

• Wat is eigenlijk een dialoog?
• Begin met het bedenken van de spelgegevens ( 5 w's), voordat je begint met het schrijven van de dialoog.

Wie: de personages

Beantwoord samen de volgende vragen:

• Wat zijn interessante personages om te spelen? 
• (Daag jezelf/elkaar uit! Niet toegestaan: twee vrienden van elkaar)
  
  

• Wie zijn ze van elkaar? Kennen ze elkaar? Zo ja, waarvan? 
  
  

• Wat zijn typische karaktertrekjes van je personages? 

Wat: de situatie

Beantwoord samen de volgende vragen:

• De twee mensen zijn het niet met elkaar eens. Maar waarover zijn ze het niet eens?

• Hoe gaan jullie de spanning in het telefoongespek opbouwen en hoe loopt het af? 

Waarom: motief

Beantwoord samen de volgende vragen:

• Wat is de aanleiding/reden van de een om de ander op te bellen?
• Is er iets aan voorafgegaan? 

Wanneer: tijd

Beantwoord samen de volgende vragen:

• Wanneer speelt het zich af? 
• Op welk moment van de dag?
• Waarom hebben de personages precies op dat tijdstip hun telefoongesprek?

Waar: locatie

Beantwoord samen de volgende vragen:

• Waar bevinden de personages zich (waar zijn ze, bijv. thuis of in een winkelcentrum of ergens anders)
  
  
• Kan de plaats waar het zich afspeelt een rol spelen in het gesprek (is het bijvoorbeeld ergens waar je moet fluisteren?)

Vijf belangrijke ingrediënten:

1. Wie zijn de personages? (karaktertrekken)
2. Wat is de situatie (ze zijn het ergens niet over eens)
3. Waarom zijn ze het niet met elkaar eens?
4. Wanneer speelt het zich af (welk tijdstip)?
5. Waar speelt het gesprek zich af?

Stap 2 : Dialoog uitwerken.

Nu gaan jullie de dialoog schrijven. 

Daarna voer je de dialoog uit voor de groep

P.s. Je hoeft niet statisch alleen te zitten of te staan. Je mag bijvoorbeeld ook lopen.

Stap 3: Hoe komt de tekst tot leven?

Denk aan:

• Je stem (hoog/laag - hard/zacht)
• Een accent
• Emotie in je stem
• Pauzes in je gesprek
• .....

Groepjes

Welke groepjes maken we?

Je docent draait aan het rad en schrijft de groepjes op het bord.