Nieuw Nederlands KGT 2 Cursus 7 Spelling Par. 3 en 4

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Huiswerk gemaakt?
  • Lesdoelen bespreken
  • Cursus 7 Spelling
  • Tijd over? Start met het huiswerk
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Cursus 7 Spelling
  • § 1 Herhaling leerjaar 1 kgt
  • § 2 Hoofdletters
  • § 3 Leestekens: komma
  • § 4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 3 - Slide

§ 3 Leestekens: komma

Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken. Je zet bijvoorbeeld een punt aan het einde van een zin.
Naast punten, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens, bijvoorbeeld de komma. Met komma’s laat je zien hoe een zin in elkaar zit.

Slide 4 - Slide

§ 3 Leestekens: komma

Zo gebruik je komma’s
  • Zet een komma tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en).
      - Merle bestelde soep, spareribs, een toetje en een glas cola.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
      - Als ik morgen nog ziek ben, meld ik me af voor de toets.
  • Zet een komma voor voegwoorden als: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.

Slide 5 - Slide

§ 3 Leestekens: komma

Zo gebruik je komma’s
  • Zet een komma tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en).
      - Merle bestelde soep, spareribs, een toetje en een glas cola.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
      - Als ik morgen nog ziek ben, meld ik me af voor de toets.
  • Zet een komma voor voegwoorden als: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.

Slide 6 - Slide

§ 4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken. Naast punten, komma’s, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens.


Slide 7 - Slide

§ 4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Een dubbele punt gebruik je op twee manieren.

  1. als je iets aankondigt of opsomt
    Ik kreeg een aantal cadeautjes: scheenbeschermers, kousen en een trainingsjack.
  2. als je iemand citeert
       - Jasper zei: ‘Overmorgen ben ik jarig.’

Slide 8 - Slide

§ 4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitsprak, gebruik je ook een dubbele punt. Dat heet een citaat. Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt. Je zet de woorden die gezegd zijn tussen aanhalingstekens. Het citaat begint altijd met een hoofdletter.

  • Danique vroeg: ‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’

Let op: als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.
  • Overmorgen ben ik jarig’, zei Jasper.
  • Wie heeft zin in een potje voetbal?’, vroeg Danique.

Slide 9 - Slide

Aan de slag met het
huiswerk
Cursus 7 Spelling
§ 4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Opdrachten:
1 t/m 6

Slide 10 - Slide

Fijne dag & tot volgende les!
Pak je tas weer in &
blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 11 - Slide