2VE: H - grammaire et écrire

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, c'est le ...
 Objectif: Aan het einde van de les heb je de werkwoorden die op -er eindigen (in de tegenwoordige tijd) herhaald en heb je zinnen kunnen maken.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- Korte herhaling werkwoorden op -er



Slide 2 - Slide

Les verbes réguliers au présent
  1. -ER
  2. -RE
  3. -IR

Slide 3 - Slide

Les verbes réguliers en "-ER"

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Mind map

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Tu te souviens? 

Slide 8 - Slide

Woordvolgorde Frans: bevestigende zin
(plaats/tijd) ondw + alle werkwoorden + lv + mv + (plaats/tijd)

1. Vanavond, geeft Eva een cadeau aan haar broer
Ce soir, Eva donne un cadeau à son frère.

2. Morgen koop ik een jurk.
J' achète une robe demain.

Slide 9 - Slide

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 10 - Quiz

Nathalie (aimer) son chien.
Noteer alleen de juiste vorm van aimer
timer
0:15

Slide 11 - Open question

Réponds à la question
Ta soeur regarde la télévision dans ta chambre?
Oui, ...

Slide 12 - Open question

Réponds à la question
Ta soeur regarde la télévision dans ta chambre?
Oui, ...

Slide 13 - Open question

Réponds à la question
Ta soeur regarde la télévision dans ta chambre?
Oui, ...

Slide 14 - Open question

Réponds à la question
Vous aidez le hamster?
Non, ...

Slide 15 - Open question

Réponds à la question
Votre père travaille dans le supermarché?
Oui, ...

Slide 16 - Open question

Fais des phrases
Je werkt in groepjes. Elke groepje krijgt een blaadje en heeft een pen. Je mag alleen het boek gebruiken. één iemand van jouw groepje komt elke keer een nieuw werkwoord ophalen bij de docent. Je maakt een goedlopend zin waar je punten voor kunt krijgen (zie volgende dia). Elke zin heeft elke keer een ander onderwerp/mw vw, etc. Je krijgt één joker, wat betekent dat je een ander werkwoord mag pakken. 

Slide 17 - Slide

La phrase
  • Sujet
  • Verbe
  • L'adjectif (bijv. nw)
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend vnw
  • Tijdsbepaling
Les points
  • 1 point
  • 1 point
  • 2 points
  • 1 point
  • 1 point
  • 1 point

timer
25:00

Slide 18 - Slide