This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Interculturele Communicatie
Interculturele communicatie
Branche 4A
Slide 1 - Slide
leeritems
je kent het verschil tussen een ik- en een wij-cultuur
je kent interventies ten behoeve van communicatie met anderstaligen
je kent veel voorkomende cultuur-en taalverschillen en daaruit mogelijk voortkomende communicatieproblemen
Slide 2 - Slide
Cultuur
Het denken en doen van een groep mensen
(de opvattingen/gewoonten/regels)
Slide 3 - Slide
www.google.com
Slide 4 - Link
Wat is een belangrijke culturele overeenkomst binnen deze BIG-groep?
Slide 5 - Mind map
Zijn er ook (zichtbare) culturele verschillen in deze BIG- groep?
Slide 6 - Mind map
Diversiteit
= grote verscheidenheid
Slide 7 - Slide
Diversiteit
Mensen verschillen in:
- Culturele afkomst
- Leeftijd
- Sekse
- Nationaliteit
- Seksuele gaardheid
- Religie
- Taalgebruik
- etc.
Slide 8 - Slide
Culturele diversiteit
= de verscheidenheid aan culturen binnen een specifieke regio
Slide 9 - Slide
welke held of symbool is belangrijk voor jou?
Slide 10 - Mind map
interculturaliteit
Interculturaliteit is een maatschappelijk en politiek concept waarbij men ervan uitgaat dat de verschillende levende culturen naast elkaar kunnen bestaan, elkaar wederzijds zullen beïnvloeden, zonder echter geheel te verdwijnen.
Slide 11 - Slide
Interculturele communicatie
interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.
Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld.
Slide 12 - Slide
Tips bij interculturele communicatie
Probeer je te verdiepen in opvattingen, normen & waarden en omgangsvormen in andere culturen
Respecteer andermans mening
Luister actief en onbevooroordeeld
Spreek duidelijk en niet te snel
Gebruik korte zinnen en makkelijke woorden
Wees niet te direct of zakelijk
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
je bewust te zijn van je eigen cultuur, waarden en normen en je verdiepen in de cultuur van de ander
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.
Slide 15 - Quiz
termen die nauw samenhangen
normen en waarden
identiteit en referentiekader
stereotypen en vooroordelen
integratie en assimilatie
Slide 16 - Slide
Assimilatie is:
A
Het proces van aanpassing aan je omgeving
B
de opname in een groter en harmonisch geheel
C
De mix van verschillen tussen mensen
D
A, B en C is juist
Slide 17 - Quiz
cultureel bewustzijn is het besef dat de manier waarop mensen.... beïnvloed wordt door hun culturele achtergrond
A
communiceren
B
zich gedragen
C
beide bovenstaande
D
geen van bovenstaande
Slide 18 - Quiz
culturele gevoeligheid houdt in dat de zorgverlener:
A
normen en waarden van de zorgvrager overneemt
B
aanvoelt wat de zorgvrager nodig heeft
C
beide bovenstaande
D
geen van bovenstaande
Slide 19 - Quiz
intercultureel communiceren welke tips heb jij?
Slide 20 - Mind map
geef een voorbeeld van een grens die jij stelt m.b.t. cultuurverschillen
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
ken jij een gebaar wat anders opgevat wordt in een andere cultuur?
Slide 23 - Open question
Vormen van culturele uitingen zijn voedingsgewoonten en sociale omgangsvormen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Denkbeelden en gedragsregels uit een cultuur worden vanzelfsprekend voor iemand die in die cultuur opgroeit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
cultuurverschillen ontstaan meestal door verschillen in levensbeschouwing
A
Juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Een moslim uit Saoedi- Arabië heeft dezelfde waarden en normen als een moslim uit Maleisië
A
Juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
in een wij-cultuur is elkaar aanraken veel gewoner
A
Juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
in een wij cultuur staat "de waarheid" voorop in het groepsbelang
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
opdracht
maak opdracht 1 en 2 van je stencil
Slide 30 - Slide
De integratie van Molukkers werd bevorderd dooradat ze in aparte wijken en buurten gingen wonen
A
Juist
B
onjuist
Slide 31 - Quiz
De integratie van Surinaamse Nederlanders werd belemmerd doordat ze kwamen in een tijd van grote werkloosheid
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quiz
etnisch betekent
A
een kleine groep in het geheel
B
volkenkundig
C
A en B zijn beide goed
D
A en B zijn beide fout
Slide 33 - Quiz
De Surinaamse creolen is een voorbeeld van een etnische groep
A
Juist
B
onjuist
Slide 34 - Quiz
De integratie van Indische Nederlanders werd bevorderd doordat hun cultuur veel overeen kwam met de cultuur van andere Nederlanders
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
I. Herkomst is van wie iemand afstamt II. afkomst is waar iemand vandaan komt