Bezittelijk voornaamwoord

 Bezittelijk voornaamwoord
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

 Bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Les buts du cours
Aan het eind van de les..
1. Weet ik wat bezittelijke voornaamwoorden zijn
2. Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
3. Ken ik het stappenplan om het bezittelijk voornaamwoord te gebruiken
4. Kan ik het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 2 - Slide

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je in het Nederlands?

Slide 3 - Open question

En Néerlandais..
Mijn fiets                   Onze fiets                                    
Jouw fiets                 Jullie fiets
Zijn fiets                     Uw fiets
Haar fiets                   Hun fiets

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden die een bezit uitdrukken. In het Nederlands verandert deze niet van vorm.
Lesdoel

Ik weet wat bezittelijke voornaamwoorden zijn

Slide 4 - Slide

Drie vormen
In het Frans verandert de vorm van het bezittelijk voornaamwoord wél. Dit komt doordat het zich aanpast aan de vorm van het ''bezit''. Er zijn per bezittelijk voornaamwoord drie vormen:
o mannelijk
o vrouwelijk
o meervoud

Slide 5 - Slide

Mijn, Jouw, Zijn/Haar
Mannelijk
Vrouwelijk
Meervoud
Mijn
Mon
Ma
Mes
Jouw
Ton
Ta
Tes
Zijn/Haar
Son
Sa
Ses
Begint het bezit met een klinker of h?
Dan gebruik je de mannelijke vorm.
Lesdoel

Ik weet wat bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn

Slide 6 - Slide

Onze, Jullie/uw, Hun
Mannelijk
Vrouwelijk
Meervoud
Onze
Notre
Notre
Nos
Jullie/uw
Votre
Votre
Vos
Hun
Leur
Leur
Leurs
Lesdoel

Ik weet wat bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn

Slide 7 - Slide

Stappenplan
Stap 1: Bepaal welk woord je wil vertalen (mijn, jouw, jullie, etc)
Stap 2: Kijk in welk rijtje je zit (mon, ton, son, notre, votre, leur)
Stap 3: Kijk of het ''bezit'' in de zin mannelijk, vrouwelijk of meervoud is
Stap 4: Pas het juiste bezittelijk voornaamwoord toe


Lesdoel

Ik ken het stappenplan om het bezittelijk voornaamwoord te gebruiken

Slide 8 - Slide

Exercices
1. (mijn) ....... voiture (v) est rouge.
2. (Haar) ....... frère (m) s'appelle Stéphan.
3. (onze) ....... chien (m) est très petit.
4. (mijn) ....... amie est en France.
5. (Hun) ....... père (m) est dans le garage.
6. (Zijn) ....... stylos sont dans la trousse.
7. (Jouw) ....... maison (v) est dans le sud.
 
timer
3:00
Lesdoel

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 9 - Slide

Exercices antwoorden
1. Ma voiture (v) est rouge.
2. Son frère (m) s'appelle Stéphan.
3. Notre chien (m) est très petit.
4. Mon amie est en France.
5. Leur père (m) est dans le garage.
6. Ses stylos sont dans la trousse.
7. Ta maison (v) est dans le sud.
 

Slide 10 - Slide

Au travail!
Wat?       Maak het stencil
Hoe?       Alleen in stilte of op fluistertoon samen met je buur
Hulp?    Vraag je buur. Daarna pas de docent.
Tijd?      maximaal 20 minuten
Uitkomst? Het stencil is na 20 minuten af
Klaar? SlimStampen  
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Les buts du cours
Aan het eind van de les..
1. Weet ik wat bezittelijke voornaamwoorden zijn
2. Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
3. Ken ik het stappenplan om het bezittelijk voornaamwoord te gebruiken
4. Kan ik het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 12 - Slide