2.4 Zwanger

Voortplanting
Bs4 Zwanger
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voortplanting
Bs4 Zwanger

Slide 1 - Slide

Voorkennisvragen Basisstof 4
1. Welke hormonen zorgen ervoor dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt?
2. Door wat worden deze hormonen gemaakt? 
3. Wat gebeurt er met een eicel na bevruchting? 


timer
2:00

Slide 2 - Slide

leerdoelen
  1. Je kunt de ontwikkeling van zygote tot baby toelichten
  2. Je kunt de hormonale regeling uitleggen die optreedt na bevruchting
  3. Je kunt uitleggen wat stamcellen zijn
  4. Je kunt de fasen van geboorte benoemen en de kenmerken van iedere fasen toelichten

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook al weer bij de mens?
We spreken van bevruchting als:
A
Er een embryo is ontstaan
B
De kern van de zaadcel is versmolten met de kern van de eicel
C
er een zaadcel in de eicel is gekomen
D
bevruchting? dat is toch iets met vruchten...

Slide 4 - Quiz

geslachtelijke voortplanting
zaadcel + eicel               kernen versmelten              bevruchting

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Waar vindt bevruchting in de vrouw plaats?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er na bevruchting?

Slide 9 - Slide

klievingsdelingen
* de eerste delingen nadat een eicel is bevrucht
* in het bevruchtingsmembraan
* vinden in de eileider plaats
*cellen groeien dan nog niet -> de cellen worden  steeds kleiner

Slide 10 - Slide

innesteling
* het klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies nadat het in de baarmoeder is aangekomen

Slide 11 - Slide

hormonen zwangerschap
  1. Het ingenestelde klompje cellen (embryo) maakt HCG aan.
  2. HCG houdt het gele lichaam in stand.
  3. Het gele lichaam blijft progesteron aanmaken.
  4. Progesteron remt de aanmaak van LH en FSH.
  5. Progesteron houdt het baarmoederslijmvlies in stand (dik en klierrijk)


Slide 12 - Slide

hormonen zwangerschap
  1. Gebrek LH/FSH voorkomt nieuwe menstruatie.
  2. Gele lichaam verdwijnt enkele weken later toch.
  3. Aanmaak HCG en progesteron wordt overgenomen door placenta.

Slide 13 - Slide

placenta
* navelstreng bevat bloedvaten van het embryo

* het bloed loopt in de placenta LANGS het bloed van de moeder

* uitwisseling van stoffen door diffusie en actief transport



Slide 14 - Slide

placenta
moeder                      embryo
* voedingsstoffen en zuurstof 
* ziekteverwekkers, sommige geneesmiddelen, alcohol, nicotine en drugs 


embryo                     moeder
* afvalstoffen 


Slide 15 - Slide

embryo
* vruchtwater (bescherming embryo)


Zygote: bevruchte eicel

Embryo: vanaf week 2

Foetus: vanaf week 8

Slide 16 - Slide

celdifferentiatie  
uit stamcellen ontstaan gespecialiseerde cellen

Slide 17 - Slide

stamcellen
kunnen nog veranderen in andere soorten cellen (differentiatie).

* embryonale stamcellen kunnen zich in ALLE soorten cellen ontwikkelen.
* adulte (volwassen) stamcellen kunnen zich  in een AANTAL soorten cellen ontwikkelen.

-  (adulte) stamcellen in het beenmerg kunnen zich in verschillende type bloedcellen ontwikkelen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

indaling = door samentrekkingen van de baarmoederwand komt het hoofdje van de foetus in de bekkenholte te liggen

Slide 20 - Slide

ontsluiting = door weeën (samentrekkingen van de baarmoeder) worden de baarmoederhals en de baarmoedermond wijder  vruchtvliezen breken vaak

Slide 21 - Slide

uitdrijving = door persweeën komt het kind ter wereld

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

nageboorte
* de placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen worden uitgedreven (na-weeën)

Slide 24 - Slide

Welk hormoon wordt met 2 aangegeven?
(Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 25 - Quiz

Welk hormoon wordt met 4 aangegeven?
(Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 26 - Quiz

Welke twee hormonen zorgen voor het dikker worden van het baarmoederslijmvlies?
A
HCG en Progesteron
B
LH en FSH
C
Oestrogenen en HCG
D
Oestrogenen en progesteron

Slide 27 - Quiz

Een vrouw is zwanger, welk hormoon zal gedurende de zwangerschap meer van vinden
A
oestrogeen
B
progesteron

Slide 28 - Quiz


De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode.
Is deze vrouw op tijdstip Q zwanger?
A
ja
B
nee
C
dat is niet uit de gegevens af te leiden

Slide 29 - Quiz

Welk hormoon zorgt er voor dat het baarmoederslijmvlies in stand blijft?
A
FSH
B
LH
C
Progesteron
D
Oestrogeen

Slide 30 - Quiz

Bij een vrouw die zwanger wordt, vindt een aantal processen plaats.
Zet de volgende processen in de goede volgorde. 
1
2
3
4
5
6
ovulatie
bevruchte eicel groeit uit tot klompje cellen
geboorte
ontwikkeling van het embryo
bevruchting
innesteling

Slide 31 - Drag question

Wat is de volgorde van een bevalling?
Indaling
Weeën
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 32 - Drag question