8.1 bloed

8.1 Bloed
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.1 Bloed

Slide 1 - Slide

Planning

Terugblik practica

Uitleg Par. 8.1 bloed

Opdrachten maken
Par. 8.1


-Je kunt de delen waaruit bloed bestaat benoemen en van ieder deel de functie beschrijven.
- Je kunt uitleggen hoe je bloed stoffen door je lichaam vervoerd
-Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.

Slide 2 - Slide

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 3 - Slide

 bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 4 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 5 - Slide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 6 - Slide

hemoglobine
Een eiwit met ijzer in zich.

De zuurstof plakt als het ware aan het ijzer vast.

Als je bloed bij de juiste cellen is laat hij de zuurstof los en het gaat dan via het bloedplasma naar de cel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 9 - Slide

Type 1 maakt ziekteverwekkers dood
Type 2
Maakt antistoffen 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
  • Dit heet bloedstolling

Slide 12 - Slide

Bloedstolling

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 16 - Slide

Opdrachten 
Maak opdracht 1 t/m 12 van par 8.1

Slide 17 - Slide

Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 18 - Open question

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 19 - Open question

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 20 - Quiz

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 21 - Open question

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 22 - Quiz

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 23 - Open question

Glucose, vitaminen, hormonen, koolstofdioxide en andere stoffen, worden vervoerd door.....

Slide 24 - Open question

8.1 Les 2

Slide 25 - Slide

Leerdoelen 
-Je kunt de delen waaruit bloed bestaat benoemen en van ieder deel de functie beschrijven.
- Je kunt uitleggen hoe je bloed stoffen door je lichaam vervoerd
-Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.

Slide 26 - Slide

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 27 - Open question

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 28 - Quiz

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 29 - Open question

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 30 - Open question

Vervoer van stoffen
- Bloed vervoerd alle stoffen door ons lichaam. 

Dit doet het om alle cellen te voorzien van alle benodigdheden om te leven en om te verbranden

Slide 31 - Slide

 bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 32 - Slide

Zuurstof
Zuurstof word gebonden aan de hemoglobine.

Deze word vervoerd en bij de juiste cellen losgelaten 

Slide 33 - Slide

Wat verandert er bij inspanning?
  • Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
  • Hiervoor is meer energie nodig.
  • Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 34 - Slide

Verbranding
Schematich

Slide 35 - Slide

Schematisch in de cel (toepassing)

Slide 36 - Slide

Volhouden van sport
Om het sporten vol te houden zal je lichaam meer energie vrij moeten maken dus zal er meer verbranding moeten zijn.

Dit heeft een aantal voorwaarden:

Slide 37 - Slide

Meer glucose
  • Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

  • Aanvullen vanuit de 'reserves' genaamd glycogeen.

  • Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 38 - Slide

Meer zuurstof
  • Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.

  • Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

  • Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

  • Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 39 - Slide

Meer afvalstoffen afvoeren
  • Meer verbranding betekent ook meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide
  • Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.
  • De koolstofdioxide ademen we uit

Slide 40 - Slide

Opdrachten maken

Maak opdracht 12 t/m 27 van par. 8.2

Slide 41 - Slide