5.5 Opgepakt... en dan?

H5.5: Opgepakt... en dan?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5.5: Opgepakt... en dan?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wie is hier, op wat voor manier dan ook, wel eens in aanraking gekomen met politie?

Slide 4 - Mind map

Lesdoelen
  • Wanneer ben je een verdachte?
  • Welke rechten heb je als verdachte?
  • Welke drie dingen mag de politie doen als je verdacht bent?
  • Wat doet de officier van justitie?
  • Welke drie mogelijkheden heeft de officier van Justitie?

Slide 5 - Slide

Wanneer ben je verdacht?
Verdachte: Iemand van wie de politie denkt dat ie iets strafbaars heeft gedaan.
Ook de verdachte heeft rechten:
  • Recht op een advocaat
  • Recht om te zwijgen
  • Recht om te weten waar je verdacht van wordt
  • Recht om contact te hebben met je familie
  • Je mag maar een aantal uren worden vastgehouden door politie.
  • Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
  • Je kan niet nog een keer voor hetzelfde feit voor de rechter worden gebracht.

Slide 6 - Slide

De politie
De politie mag je alleen aanhouden, als ze je ergens van verdenken.
De politie doet onderzoek naar het misdrijf.
Pas als je verdachte bent van een misdrijf, mag de politie:
  • Je fouilleren
  • Je arresteren en verhoren
  • Je huis doorzoeken
De uitkomsten van het onderzoek, schrijft de politie in een proces-verbaal: een speciaal verslag over  politieverslag over het misdrijf en de verdachte.

Slide 7 - Slide

Welke drie rechten heeft de politie als je een verdachte bent?
A
Fouilleren, arresteren en familie ondervragen
B
Arresteren, familie ondervragen en huis doorzoeken
C
Fouilleren, arresteren en huis doorzoeken.
D
Arresteren, Geweld gebruiken indien nodig en huis doorzoeken

Slide 8 - Quiz

De officier van justitie
De officier van justitie leest het proces-verbaal (speciaal verslag)
De officier van justitie beslist wat er verder met de verdachte gebeurt.
Alle officieren samen = Openbaar Ministerie.



Slide 9 - Slide

Wanneer ben je schuldig?

Slide 10 - Slide

1. Seponeren
Er zijn te weinig bewijzen, verdachte gaat vrijuit.

Slide 11 - Slide

2. Strafbeschikking
Er komt een schikking
Verdachte krijgt boete of taakstraf (alleen bij lichte misdrijven)

Slide 12 - Slide

Vervolging
Officier van justitie brengt je voor de rechter
De rechter beslist dan in hoeverre je schuldig bent en welke straf daarop volgt

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wat betekent 'seponeren'?

Slide 15 - Open question

De Rechtszaak (volgorde):
1. Eerst controleert de rechter de persoonsgegevens van de verdachte.
2. De officier van justitie leest de aanklacht voor. Hierin staat van welk misdrijf de verdachte beschuldigd wordt.
3. Getuigen worden opgeroepen. Een getuige mag niet liegen.
4. Na alle vragen legt de officier van justitie uit waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is en een straf verdient.
5. De advocaat verdedigt de verdachte.
6. De verdachte mag aan het einde nog iets zeggen.
7. De rechter spreekt het vonnis uit, hij vertelt wat zijn beslissing is.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

advocaten
Officier van Justitie
getuigen
verdachte
rechters

Slide 18 - Drag question

Wanneer ben je schuldig?
1. Heeft de verdachte het gedaan?
2. Gaat het om een strafbaar feit?
3. Is de verdachte strafbaar?

 

Slide 19 - Slide

Is de volgende verdachte strafbaar?

Sam van 21 jaar heeft een gebouw in brand gestoken. Dit is op camera's gezien. Sam heeft een psychotische stoornis en dacht dat hij de verwarming had aangezet.

Slide 20 - Open question

Is de volgende verdachte strafbaar?

Pieter van 23 jaar heeft een zak snoep bij de Jamin gestolen. Er zijn geen camerabeelden of getuigen van en het snoepje is niet meer terug te vinden.

Slide 21 - Open question

Is de volgende verdachte strafbaar?
Er is een moord gepleegd en men denkt dat de leraar Karel het heeft gedaan. Men heeft namelijk zijn allerlaatste haar op de plek van de moord gevonden. 

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide