een serie van drie (of meer) tekstelementen waarvan de inhoud steeds sterker wordt
in een reeks is de laatste stap een 'tegenvaller'
Dat wordt lachen, gieren, brullen.
De held vocht tegen draken, redde prinsessen en… struikelde over een steen.
Slide 7 - Drag question
Benoem de stijlfiguur
1. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.
2. Vroeger was Frans slank, maar nu is hij weldoorvoed.
3. Game jij tien uur per dag? Dat is aardig wat.
4. Tijdens de lessen werden we doodgegooid met huiswerk.
eufemisme
under-statement
hyperbool
Slide 8 - Drag question
antithese (tegenstelling)
litotes
paradox
retorische vraag
chiasme (kruisstelling)
in een tegengestelde volgorde plaatsen van overeenkomstige elementen in twee zinnen of zinsdelen (ABBA)
Je moet niet leven om te werken, maar werken om te leven.
Dat begrijpt toch iedereen?
omschrijving van een woord door het ontkennen van het tegenovergestelde
schijnbare tegenstelling
een vraag waarbij het niet de bedoeling van de vragensteller is dat er een antwoord gegeven wordt
Hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet.
samenvoeging van tegengestelde woorden
Dat was niet de beste keuze!
SNS-bank
groot geworden door klein te blijven
Slide 9 - Drag question
sarcasme
cynisme
ironie
'We gaan hem nu opereren. Als hij blijft leven, hadden we het bij het rechte eind; als hij sterft, hebben we toch wat bijgeleerd', zegt de specialist over een patiënt.
'Je kletst me de oren van het hoofd', zegt de leraar tegen het stille, verlegen meisje.
'Je moet vooral zo doorwerken, dan kom je er in ieder geval', zegt de mentor tegen de leerling die zijn taak weer niet gemaakt heeft.