PA2 H4 estar + gerundio

• spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat is het verschil?

¿Qué haces? 

¿Qué estás haciendo?

¿Qué vas a hacer? 

Hoy (vandaag)...

• Ik kan de gerundio herkennen

• Ik kan de estar + gerundio vervoegen

• Ik kan de estar + gerundio in een zin toepassen

Estar (zijn)

Estar + gerundio 

vervoeg estar + gerundio:
Joan y yo __________ (vivir) en La Haya

vervoeg estar + gerundio:
Mary y Paula __________ (viajar) en Perú

Aan het werk (5 min)

zelfstandig:

Ga alvast aan de slag met de opdracht met het lied.  Als je klaar bent, oefent je met de link in de chat 

gezamenlijk:

Je maakt de opdracht met het lied die de docent in lesson-up gaat zetten

Frases clave

¿Dónde estás? (waar ben jij)

¿Qué estás haciendo? (wat ben jij aan het doen)

Ik kan de gerundio herkennen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de estar + gerundio vervoegen

😒🙁😐🙂😃

Kijk rond jezelf en schrijf op wat iemand aan het doen is. Hou het simpel

Deberes (huiswerk) 

Werkboek 

p. 28 opdr. 25 A, B

p. 32 opdr. 30 B

v