vwo1-1 juni

 Romeinen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Romeinen

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag:
  • Belofte nakomen -> Dean 😜
  • Overige leerdoelen bespreken 
  • Aantekeningen maken 
  • Huiswerk inplannen

Slide 2 - Slide

4.5 Romeinen en Germanen
In deze paragraaf leer je:
  • Hoe Romeinen en bewoners van Zuid-Nederland met elkaar omgingen;
  • Hoe de rijn de noordelijke grens van het rijk werd;
  • Welke invloed de Romeinen hadden op het leven in Zuid-Nederland;
  • Hoe het West-Romeinse rijk eindigde te bestaan

Kenmerkend aspect/Leerdoel: de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur

Slide 3 - Slide

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat betekent proletariër?

A
Zij die enkel kinderen bezitten
B
Zij die geen huis bezitten
C
Zij die geen werk hebben
D
Zij die enkel hun eigen kleren bezitten

Slide 5 - Quiz

Waarom gaven de Romeinse keizers de bevolking 'brood en spelen'?

Slide 6 - Open question

Wanneer begon de Romeinse tijd
A
1000 voor Christus
B
750 voor Christus
C
500 voor Christus
D
1, aan het begin van onze tijdlijn dus!

Slide 7 - Quiz

Romeinen

Slide 8 - Mind map

De Romeinen geloofden in één God
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De Romeinen hebben ons leren schrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe noemden de Romeinen hun grens
A
Legioen
B
Aquaduct
C
Limes

Slide 11 - Quiz

Om welke redenen wilden de Romeinen een groot rijk veroveren? Er zijn twee juiste antwoorden.
A
De Romeinen wilden hun macht vergroten.
B
De Romeinen wilden hun rijkdom vergroten.
C
De Romeinen wilden hun godsdienst verspreiden.
D
De Romeinen wilden zoveel mogelijk triomftochten organiseren.

Slide 12 - Quiz

Romaniseren is
A
De verspreiding van de cultuur van de romeinen
B
Het veroveren van zoveel mogelijk gebied door de Romeinen
C
Het proces van handel tussen de Romeinen en Germanen
D
Een verplichte taalpolitiek waarbij alle bezette gebieden het Romaans moeten leren

Slide 13 - Quiz

Tot hoever kwamen de Romeinen in Nederland?
A
De Maas
B
De Rijn
C
Lauwersoog
D
Friesland

Slide 14 - Quiz

Wie was de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Augustus
C
Nero
D
Ze hebben geen keizers gehad

Slide 15 - Quiz

Wat is niet waar over het Romeinse Rijk?
A
Hier hoorden ook stukken van Afrika bij
B
Het Romeinse Rijk begon allemaal met alleen Rome
C
In Engeland staat een muur, wat de grens was van het Romeinse Rijk
D
Wat nu Nederland is, hoorde ook een tijd bij het Romeinse Rijk

Slide 16 - Quiz

Zet de onderstaande zinnen over de Romeinen in de juiste chronologische volgorde,
van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
6
Christenen worden opgepakt en vermoord

Het christendom wordt de nieuwe staatsgodsdienst van de Romeinen

Romulus en Remus worden grootgebracht door de wolvin
Julius Caesar wordt vermoord
De Pax Romana breekt aan

Het Romeinse Rijk wordt een Republiek met een senaat als bestuur

Slide 17 - Drag question

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekst hier onder:

Het Romeinse Rijk was tot 500 v. Chr. een [...1...]. Daarna werd het een [...2...] en tenslotte een [...3...]. Het Romeinse Rijk is nooit een [...4...] geweest.
Koninkrijk
Democratie
Keizerrijk
Repubbliek

Slide 18 - Drag question

Imperium Romanum. Wat betekent dat? Kies het juiste antwoord.
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 19 - Quiz


Schrijf 1 woord op: 'Volgens de mythe  is de stad Rome gesticht door twee broers die werden grootgebracht door een wolvin.
Hoe heten die broers? Remus en ........?

Slide 20 - Open question

In het Romeinse rijk waren de sociale verschillen.......
A
....te verwaarlozen, vanwege de vele mogelijkheden te stijgen in de sociale piramide.
B
....tussen bevolkingsgroepen groot, omdat een kleine groep het meeste geld verdiende.
C
....tussen bevolkingsgroepen klein, omdat de rijkdom over alle lagen van de bevolking was verdeeld.
D
....zeer groot, omdat de keizer hoge belastingen eiste van iedereen.

Slide 21 - Quiz

Welke wet gold voor iedereen in het Romeinse rijk?
A
Je hebt de plicht om belasting te betalen.
B
Je hebt de plicht om te werken.
C
Je hebt recht op eerlijke rechtsspraak.
D
Je moet het Latijn beheersen.

Slide 22 - Quiz

In welk antwoord staat de goede volgorde van bestuursvormen die het Romeinse rijk heeft gehad?
A
monarchie – keizerrijk – republiek
B
Republiek – monarchie – keizerrijk
C
keizerrijk – republiek – monarchie
D
monarchie – republiek – keizerrijk

Slide 23 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Hoe weet je dat dit gebied bij het Romeinse rijk hoorde?
Bekijk de afbeelding. Dit is in Frankrijk. Hoe weet je dat dit gebied bij het Romeinse rijk hoorde?

Slide 24 - Open question

Noem twee Romeinse uitvindingen.

Slide 25 - Open question

Noem twee oorzaken voor de groei van het Romeinse rijk.

Slide 26 - Open question

Noem twee verschillen tussen een slaaf en een proletariër. Doe het zo:
Verschil 1: .............
Verschil 2:.............

Slide 27 - Open question

Een geloof waarbij mensen meerdere goden vereren noemen we...
A
polytheisme
B
monotheisme
C
monarchisme
D
atheisme

Slide 28 - Quiz

Hoe wordt het geloven in één God ook wel genoemd?
A
polytheisme
B
monotheisme
C
monarchisme
D
atheisme

Slide 29 - Quiz

Waar heeft keizer Constantijn voor gezorgd?

Slide 30 - Open question

Zet de namen op de goede plek in de piramide.
Plebejers
Patriciërs
Proletariërs

Slide 31 - Drag question

Lees de tekst. Er mist een woord. Welk woord moet op de stippellijn staan?
Het woord ...................... is oorspronkelijk de naam voor de leden van enkele Romeinse families; het hoofd ( vader) van zo'n familie was lid van de Senaat. Zij waren met andere woorden dus leden van de Romeinse adel.
A
Proletariër
B
Plebejer
C
Patriciër
D
Dictator

Slide 32 - Quiz

Welke spelen hielden de Romeinen hier?
A
Gladiatoren spelen
B
Olympische spelen
C
Paardenrennen
D
Gevecht spelen

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

De Rijn als noordgrens
De Romeinen vonden de Germanen primitieve woestelingen, maar waren ook onder de indruk van deze stoere vechters.
 

Ten Noorden van de Rijn verenigden oorlogszuchtige Germanen zich en verzetten zich fel tegen de Romeinen.

Hierdoor stopt de Romeinse expansie.

Slide 35 - Slide


De Romeinen besloten de Rijn als limes te gebruiken.
 
Langs de grens werden forten en legerkampen gebouwd.


Slide 36 - Slide

Romeinse invloed in Nederland
Door de Romeinse overheersing veranderde veel in Zuid-Nederland.
  • Landbouwbedrijven
  • Romeinse steden
  1. Trajectum (Utrecht)
  2. Noviomagus (Nijmegen)
  3. Mosa Trajectum (Maastricht)
  • Tempels
  • Badhuizen
  • Woningen met stromend water en vloerverwarming

Slide 37 - Slide

Romeinse invloed in Nederland
Door de Romeinse invloed ontstond er in het zuiden van Nederland een landbouwstedelijke samenleving met een geldeconomie.

Handelaren gebruikten de Romeinse munten.

Er werd ook met Germanen in Noord-Nederland gehandeld.

Slide 38 - Slide

Romeinse invloed in Nederland

In Zuid-Nederland werden verschillende Romeinse gebruiken overgenomen.

Taal, manier van goden afbeeldden en tempels bouwen.

Slide 39 - Slide

4.5 Romeinen en Germanen
In deze paragraaf leer je:
  • Hoe Romeinen en bewoners van Zuid-Nederland met elkaar omgingen;
  • Hoe de rijn de noordelijke grens van het rijk werd;
  • Welke invloed de Romeinen hadden op het leven in Zuid-Nederland;
  • Hoe het West-Romeinse rijk eindigde te bestaan

Kenmerkend aspect/Leerdoel: de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur

Slide 40 - Slide