Elektriciteit 1.3 Stroomsterkte en spanning B3

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H1: Elektriciteit
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Opdracht 13 van 1.1

START IN: 




Jas over je stoel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

H1: Elektriciteit 
  • 1.1  De stroomkring

  • 1.2 In serie of parallel schakelen
  • 1.3 Stroomsterkte en spanning meten
  • 1.4 Vermogen
  • 1.5 Energie
  • 1.6 Beveiliging van de stroomkring



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Huiswerkcontrole
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Zelfstandig aan de slag
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteit
Nova code:

klascode 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  1. Wat de kenmerken van serieschakelingen en parallelschakelingen zijn
  2. Hoe je kunt herkennen of een stroomkring in serie of parallel geschakeld is.
  3. Hoe je een schakelschema kunt tekenen van serieschakelingen en parallelschakelingen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 


Wat voor schakeling is dit?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 beweringen zijn waar als je 3 lampjes in serie met elkaar schakelt?
A
Stroomsterkte is overal gelijk
B
Stroomsterkte door het eerste lampje is groter
C
Stroomsterkte is alle stroomsterktes opgeteld
D
stroomsterkte kan maar 1 route volgen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

0,006 A = … mA
A
6
B
6000
C
60
D
0,0000006

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Terugblik 


Wat voor schakeling is dit?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

861 mA = … A
A
861000
B
0,861
C
8,61
D
8610

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen 1.3 Stroomsterkte
  1. Je kunt stroomsterkte meten met een stroommeter.
  2. Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
  3. Je kunt spanning meten met een spanningsmeter.
  4. Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Instructie 
Stroom kun je meten. Dat doe je met een stroommeter

Ook spanning kun je meten. Dat doe je met een spanningsmeter.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Stroommeter
Een stroommeter moet je altijd in serie schakelen. Let op hoe je de draden op de meter moet aansluiten. De plus van de meter (rood) moet je altijd verbinden met de plus van de spanningsbron. In figuur 2 zie je een stroommeter die goed is aangesloten. De stroommeter meet de stroomsterkte door de lamp.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ampèremeter

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stroomsterkte
Grootheid = Stroomsterkte [I]

Eenheid = Ampere [A] 
Hoeveel is 36 mA
I = 0,036 A

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Spanningsbron
Een spanningsbron zorgt dat er een stroom door een stroomkring gaat. 
Niet elke spanningsbron heeft dezelfde spanning. 
Bij een grotere spanning is de stroomsterkte ook groter. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Spanningsmeter
Een spanningsmeter moet je direct aansluiten op een spanningsbron.
Je sluit de plus van de meter (rood) aan op de plus van de spanningsbron.
In figuur 1 zie je de spanningsmeter op de juiste manier aangesloten op een batterij. De spanningsmeter meet nu de spanning van de batterij.
  

fig.1 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Spanningsmeter
De spanningsmeter moet je parallel aansluiten op een apparaat. In figuur hiernaast zie je hoe je de spanning over een lamp meet. Het schakelschema van de aansluiting je in figuur hiernaast.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voltmeter

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Spanning
Grootheid = Spanning (U)

Eenheid  = Volt (V)


Hoeveel is 2 kV?
U = 2000 V

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Spanning samengevat
Spanning is de hoeveelheid energie die aan deeltjes door een spanningsbron wordt meegegeven.

Spanning zorgt ervoor dat bij een gesloten stroomkring 
stroom gaat lopen.

Symbool = U
Eenheid van spanning  = Volt  [V]

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak Opdracht:  
1 t/m 5 van paragraaf 1.3

Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 27 - Slide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Welke vraag vond je makkelijk?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting: we weten.....
  1. Hoe je de stroomsterkte kunt meten met een stroommeter.
  2. Op welke plaats je in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
  3. Hoe je de spanning kunt meten met een spanningsmeter.
  4. Op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt stroomsterkte meten met een stroommeter.
Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
Je kunt spanning meten met een spanningsmeter.
Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

1. Maak de opdrachten af, 1 t/m 5 af
2. Lees paragraaf 1.4 vermogen

Dank voor jullie aandacht!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions