Thema 3 Ordening BS3.6 Gewervelden

Ordening
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Lesindeling
Lesopening
Leerdoelen
Uitleg BS3.6
Oefenvragen
Huiswerk
Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Lesopening

Slide 3 - Slide

Noem 3 begrippen die horen
bij het onderwerp ordening

Slide 4 - Mind map

Oefenvragen vorige les
De vorige les hebben we het gehad over bacteriën.
Wat weet jij nog van bacteriën?

Slide 5 - Slide

Een bacterie heeft geen celwand
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bacteriën planten zich voort door geslachtelijke voortplanting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Kees zegt: bacteriën en schimmels hebben een celkern.
Leco zegt: bacteriën hebben geen celkern.
Wie heeft er gelijk?
A
Kees
B
Leco
C
Kees en Leco
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Welk rijk hoort bij welke cel?
Schimmel
Bacterie
Plant
Dier

Slide 9 - Drag question

Uitleg 3.6 Gewervelden
Pagina 195 in je boek

Slide 10 - Slide

Leerdoel
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vijf groepen gewervelden.

Slide 11 - Slide

Gewervelden
Ongeveer één op de vijftig diersoorten op aarde heeft een wervelkolom. Dit zijn de gewervelde dieren. Zelf ben je ook een gewervelde.

Slide 12 - Slide

Dierenrijk

Gewervelden behoren tot het rijk van de dieren.
Het dierenrijk kunnen we verdelen in twee afdelingen met acht klassen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Kenmerken vissen
Koudbloedig: 
De regeling van de lichaamstemperatuur is afhankelijk van gedrag als het opzoeken van warmere of koelere plaatsen of door te zonnebaden

Slide 16 - Slide

Kenmerken vogels
Warmbloedig: 
Dieren met een constante lichaamstemperatuur, onafhankelijk van de buitentemperatuur.

Slide 17 - Slide

Kenmerken zoogdieren
Levendbarend:
Bij sommige gewervelden komen de jongen niet uit eieren, maar uit de moeder. Deze dieren noem je levendbarend. 

Slide 18 - Slide

Kenmerken reptielen
Leerachtige schaal:
een aanpassing die het mogelijk maakt dat hun eieren niet uitdrogen en dat ze zich verder weg van water kunnen voortplanten. 

De meeste reptielen leggen witte eieren die ze begraven en aan hun lot overgelaten

Slide 19 - Slide

Kenmerken amfibieën
Ademhalen met de huid:
Gewervelden kunnen ademhalen met kieuwen of met longen. Sommige gewervelden kunnen ook door de huid ademhalen.

Slide 20 - Slide

Enkele oefenvragen over de lesstof

Slide 21 - Slide

Hoeveel groepen gewervelden zijn er?
A
2
B
4
C
5
D
6

Slide 22 - Quiz

Bij welke stam en groep hoort dit dier?
A
Stam: geleedpotigen, Groep: zoogdieren
B
Stam: gewervelden, Groep: amfibiën
C
Stam: geleedpotigen, Groep: amfibiën
D
Stam: gewervelden, Groep: zoogdieren

Slide 23 - Quiz

Tot welke STAM behoren de SLANGEN?
A
Wormen
B
weekdieren
C
Gewervelden
D
Geleedpotigen

Slide 24 - Quiz

Gewervelden hebben een skelet, en onderdeel daarvan is de wervelkolom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Huiswerk
Je moet maken in de digitale lesmethode:
BS3.6 opdracht 1+2+3

Slide 26 - Slide

PW thema 3
Volgende week vrijdag PW thema 3: basisstof 3.1 t/m 3.6.
Je moet leren de samenvatting in je boek.
De dikgedrukte begrippen in de teksten.
Afbeeldingen in je boek.

Slide 27 - Slide

Lesafsluiting

Slide 28 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 29 - Mind map