los numeros 0-1000

los numeros 0-1000
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

los numeros 0-1000

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Once
Doce
Trece
Catorce
Quince
Dieciséis
Diecisiete
Dieciocho
Diecinueve
Veinte

Slide 3 - Slide

 20 tot 29
De laatste ‘e’ van ‘veinte’ wordt een ‘i’, je plakt daar het 2e cijfer aan vast en het geheel wordt één woord zonder spaties. 
21 = Veintiuno
24 = Veinticuatro


Slide 4 - Slide

Tientallen
10 - diez                         60 - sesenta
20 - veinte                    70 - setenta
30 - treinta                   80 - ochenta
40 - cuarenta              90 - noventa
50 - cincuenta           100 - cien > vanaf 101 gebruik je ciento

101 - 199 = ciento
156 = ciento cincuenta y seis

Slide 5 - Slide

30 tot 100
Vanaf 30 gebruik je de volgende werkwijze:
tiental - y - getal 1 tot 10 

39 = treinta - y - nueve
56 = cincuenta - y - seis

Slide 6 - Slide

EJEMPLOS

veintiuno
treinta y dos 
cuarenta y tres 
cincuenta y cuatro 
VOORBEELDEN 

21
32
43
54

Slide 7 - Slide

MÁS EJEMPLOS

sesenta y cinco
setenta y seis 
ochenta y siete 
noventa y ocho
MEER VOORBEELDEN 

65
76
87
98

Slide 8 - Slide

Kies het antwoord waarbij de getallen in de juiste volgorde staan.
A
55-78-68-92-16-15
B
55-78-68-92-17-15
C
55-68-78-92-17-15
D
15-78-68-92-17-55

Slide 9 - Quiz

Los números 100-1000

100  cien/ciento                  600  seiscientos
200  doscientos                  700  setecientos
300  trescientos                  800 ochocientos
400  cuatrocientos            900  novecientos
500  quinientos                   1000 mil

Slide 10 - Slide

Los números desde cien
1. Vanaf 200 schrijf je honderdtallen aan elkaar in één woord:
  •  doscientos, trescientos, etc.. (altijd meervoud)

2. Bij de honderdtallen zijn er 3 afwijkingen in spelling: 
  • 500 = QUINIENTOS 
  • 700 = SETECIENTOS 
  • 900 = NOVECIENTOS 

3. Honderdtallen zowel mannelijke en vrouwelijke vorm afhankelijk van het zelfstandig nmw
  • cuatrocientos euro
  • cuatrocientas personas

Slide 11 - Slide

Los números 100-1000
Zie ook uitleg in libro de texto, pág. 47

Precies 100 = cien

Als er achter 100 iets komt = ciento 

Voorbeeld: 
105 = ciento cinco


Slide 12 - Slide

Los números 100-1000
Tussen honderdtallen en tientallen géén "y"! 

Alleen "y" tussen tientallen & eenheden

Dus! 
55 = cincuenta y cinco 
155 = ciento cincuenta y cinco.




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Los números
hasta
1000

Slide 15 - Slide

Tips: los números
  • Vanaf 30 schrijf je 'y' tussen de getallen in, schrijf de woorden uit elkaar.



  • Alleen het getal 100 = cien, daarna schrijf je steeds ciento.

  • Na het honderdtal komt niet het woordje y. Het is eigenijk hetzelfde als in het Nederlands. 
28 = veintiocho 
38 = treinta y ocho

100 = cien
107 = Ciento siete 

81 = ochenta y uno
180 = ciento ochenta

Slide 16 - Slide

R
e
p
a
s
o

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Dictee numeros
Schrijf de nummers op die je in het Spaans hoort!

Slide 19 - Slide