verdringing eigen voedselproductie --> rijst uit ander land is goedkoper dan rijst uit eigen land --> boeren moeten stoppen met rijst verbouwen
afhankelijk van de wereldmarktprijs, als prijs olie laag is dan verdient het land minder
meer concurrentie
Dumping van voedsel: rijke landen hebben overschot aan bv. graan en dumpen dit op de wereldmarkt voor lage prijzen.
Slide 10 - Slide
Afhankelijk van de wereldmarktprijs
Waarom is voedsel uit het buitenland goedkoper dan voedsel uit eigen land? --> door de vrije marktprijzen op de wereldmarkt zijn de voedselprijzen laag.
Boeren in de VS en Europa produceren goedkoper, gebruiken meer machines
Boeren uit VS en Europa krijgen exportsubsidies om te exporteren --> dumping van voedsel: product wordt verkocht onder de productieprijs.
Nigeria kan dus goedkoop voedsel inkopen.
Gevaar: bij prijsstijging door bv mislukte oogsten wordt import van voedsel voor Nigeria erg duur.
Slide 11 - Slide
Bronnen van inkomsten Nigeria op een rij:
Export (vooral olie)
Werken in het buitenland -> geld sturen naar familie in Nigeria
Structurele ontwikkelingshulp
Buitenlandse bedrijven investeren in Nigeria
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Opdrachten van H1
Paragraaf 1.1 opdracht 1,4,5,6,7,8
Paragraaf 1.2 opdracht 1,3,4,5,6
Paragraaf 1.3 opdracht 1 tm 7
paragraaf 1.4 opdracht 1t/m7
Klaar? Ga dan naar It's learning toe --> map opdrachten in de les en maak de eindopdracht
timer
20:00
Slide 14 - Slide
Een nadeel van dumping is
A
de bevolking kan de voorraden bijna nooit bereiken
B
de eigen boeren komen hun producten niet meer kwijt en hebben geen inkomsten meer
C
dat de bevolking te veel voedsel krijgt
D
dat de boeren goed kunnen concurreren en meer geld verdienen
Slide 15 - Quiz
Als je ontwikkelingshulp bied, ben je een..
A
arm land
B
rijk land
Slide 16 - Quiz
Ontwikkelingshulp is?
A
Hulp die bij een ramp wordt gegeven.
B
Samenwerking waarbij arme en rijke landen samen werken
C
Geld sturen naar arme landen
D
Hulp van de rijke landen aan de arme landen
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je overschotten verkopen voor een lage prijs?
A
Uitverkoop
B
Bonus
C
Dumping
D
Goedkoop
Slide 18 - Quiz
De meeste arme boeren in Nigeria verbouwen vooral (1) handelsgewassen / voedselgewassen. Vaak durven ze niet over te schakelen op commerciële landbouw uit vrees voor de (2) exportsubsidies / importsubsidies van de rijke landen.
Wat hoort bij de cijfers 1 en 2 te staan?
A
1. handelsgewassen, 2. exportsubsidies
B
1. handelsgewassen, 2. importsubsidies
C
1. voedselgewassen, 2. exportsubsidies
D
1. voedselgewassen, 2. importsubsidies.
Slide 19 - Quiz
wat is geen nadeel van vrije wereldhandel?
A
veel concurrentie
B
schommelende prijzen
C
vrije export
D
goedkope import
Slide 20 - Quiz
Wat is het voordeel van handelsbelemmeringen voor Nigeria?
A
Ze kunnen meer producten uit het buitenland kopen.
B
Nigeria mag alleen in eigen land handelen.
C
De Nigeriaanse producten worden beschermd door invoerbelasting