What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Politiek
Politiek
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Politiek
Slide 1 - Slide
Welke bestuurslagen zijn er in Nederland
A
De gemeente en de provincie
B
De gemeente, provincie en het land
C
De gemeente, provincie, het land en de regio
D
Alleen het land
Slide 2 - Quiz
Gemeente of provincie?
Vuurwerk
A
Gemeente
B
Provincie
Slide 3 - Quiz
: het dagelijks bestuur van de provincie.
A
gemeenteraad
B
provinciale staten
C
Parlement
D
gedeputeerde staten
Slide 4 - Quiz
Een linkse Nederlandse
politieke partij is...
A
Forum voor Democratie
B
VVD
C
CDA
D
SP
Slide 5 - Quiz
Sociale ongelijkheid komt voort uit
A
Verschil in inkomen
B
Verschil in sociaal milieu
C
Verschil in opleiding
D
A, B en C
Slide 6 - Quiz
In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
D
Extremisme
Slide 7 - Quiz
2. Waar hebben regels altijd mee te maken?
A
Criminaliteit
B
Het wetboek van Strafrecht
C
Waarden
Slide 8 - Quiz
Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat is een geen politieke stroming?
A
Liberalisme
B
Liberaal-Socialist
C
Christen-Democratie
D
Sociaal-Democratie
Slide 10 - Quiz
Gevolgen van vandalisme, zoals een kapot bushokje, vallen onder de immateriële gevolgen van criminaliteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Welke invalshoek?
"Wat zijn de financiële belangen van de betrokkenen?"
A
sociaal-economische
B
politiek-juridische
C
sociaal-culturele
D
veranderings- en vergelijkende
Slide 12 - Quiz
In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?
A
De christen-democratie
B
De sociaal-democratie
C
Het liberalisme
D
Alle stromingen.
Slide 13 - Quiz
Bij welke stroming past de te lezen bron het best?
A
Christen-democratie
B
Liberalisme
C
Populisme
D
Sociaal-democratie
Slide 14 - Quiz
Rechtse politieke partijen vinden preventieve maatregelen tegen criminaliteit belangrijker dan linkse politieke partijen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
A
Dit artikel gaat over materiële schade.
B
Dit artikel gaat over immateriële schade.
C
Dit artikel gaat over beide.
Slide 16 - Quiz
Welke politieke stroming is meestal
voorstander van
repressieve maatregelen
om criminaliteit tegen te gaan?
A
liberalen
B
sociaaldemocraten
C
ecologisten
D
christendemocraten
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste volgorde voor de formatie van een kabinet?
A
regeerakkoord - formateur - informateur - beëdiging
B
formateur - regeerakkoord - informateur - beëdiging
C
informateur - formateur - regeerakkoord - beëdiging
D
informateur - regeerakkoord - formateur - beëdiging
Slide 18 - Quiz
Onder welke invalshoek vallen normen en waarden?
A
Politiek-Juridisch
B
Sociaal-Economisch
C
Sociaal-Cultureel
D
Veranderings-Vergelijkend
Slide 19 - Quiz
Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.
Slide 20 - Quiz
Een verdachte mag zwijgen tijdens de rechtszaak.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Voor welke politieke stroming is 'rentmeesterschap' een belangrijke waarde?
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen democraten
Slide 22 - Quiz
Politieke partijen die sociaaleconomisch rechts zijn:
A
willen een actieve overheid.
B
zijn voor bescherming van de zwakkeren in de samenleving.
C
vinden dat de overheid de vrijheid van burgers moet beschermen.
D
willen de inkomensverschillen verkleinen.
Slide 23 - Quiz
Je bent pas een verdachte als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Een journalist die op GroenLinks stemt zal eerder over milieuvervuiling schrijven van een journalist die op FvD stemt. Dit heeft te maken met:
A
Is het uitzonderlijk?
B
Commerciele belangen
C
Nabijheid
D
Referentiekader
Slide 25 - Quiz
Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaal-democratie
D
Christendemocratie
Slide 26 - Quiz
Extinction Rebellion is een...
A
Adviesorgaan
B
Pressiegroep
C
Politieke partij
D
De publieke opinie
Slide 27 - Quiz
Prinsjesdag valt altijd op
A
De derde dinsdag van september
B
De tweede dinsdag van september
C
Op 18 september
Slide 28 - Quiz
Evenredige vertegenwoordiging betekent dat het totaal aantal uitgebracht stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Bij wat voor functie past deze taak van de koning?
'Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor'
A
ceremoniële functie
B
symbolische functie
C
representatieve functie
Slide 30 - Quiz
Een lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Progressief of Conservatief?
Geen euthanasie toestaan.
A
Progressief
B
Conservatief
Slide 32 - Quiz
Progressief of Conservatief?
'Baas in eigen buik'.
A
Progressief
B
Conservatief
Slide 33 - Quiz
Een politieke partij is altijd of helemaal links of altijd helemaal rechts.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Politiek rechts wil dat de overheid passief is, dus alleen zorgen voor de basiszaken zoals veiligheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quiz
Hoe heette de eerste vorm van de Europese Unie?
A
De EU
B
De EEG
C
De EGKS
D
De EGES
Slide 36 - Quiz
Zijn alle landen uit Europa ook lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee
Slide 37 - Quiz
Alle landen van de Europese unie hebben de Euro als munt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quiz
Wat wil de Europese Unie vooral?
A
Veiligheid en economische groei
B
Vrede en welvaart
C
Welvaart en welzijn
D
Vrede en meer geld
Slide 39 - Quiz
Wie heeft het dagelijks bestuur over de Europese Unie?
A
Raad van de Europese Unie
B
Europees parlement
C
Europese Commissie
Slide 40 - Quiz
Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.
Slide 41 - Quiz
Beslist mee over nieuwe wetten en controleert de Europese Commissie.
A
Europees burgerschap
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Europese Unie
Slide 42 - Quiz
Binnen de Europese Unie is er vrij verkeer van goederen. Wat zijn de gevolgen van vrij verkeer van goederen?
A
Kopers kunnen producten uit alle EU-landen halen.
B
Door een vrij verkeer van goederen is er minder keus in de winkels.
C
Door een vrij verkeer van goederen worden producten steeds duurder.
Slide 43 - Quiz
Meer verlichting
langs donkere wegen.
A
preventief
B
repressief
Slide 44 - Quiz
Uitbreiding van het aantal gevangeniscellen.
A
preventief
B
repressief
Slide 45 - Quiz
More lessons like this
Hoofdstuk 2 Politieke stromingen in Nederland
August 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 2 Politieke stromingen in Nederland
August 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Lesson with
45 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Lesson with
42 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Indeling partijen
February 2024
- Lesson with
32 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4
Indeling partijen
October 2024
- Lesson with
37 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4
Politiek 3.2: Politiek spectrum deel 2
November 2022
- Lesson with
10 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Links of rechts?
July 2020
- Lesson with
38 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap